HOOFDSTUK 3 - BEDIENINGSELEMENTEN EN INDICATORS
OPMERKING: Wanneer de voedings/noodstopschakelaar in de
stand "Aan" staat en de motor niet draait, klinkt een
alarm dat aangeeft dat het contactslot is ingescha-
keld.
WANNEER DE MACHINE WORDT UITGESCHAKELD, MOET DE HOOFD/
NOODSTOPSCHAKELAAR IN DE STAND "UIT" WORDEN GEZET OM TE
VOORKOMEN DAT DE ACCU WORDT UITGEPUT.
4. Voedings/noodstopschakelaar
Een rode, paddestoelvormige knop met twee standen
die voeding aan de keuzeschakelaar Platform/Grond
levert wanneer hij uitgetrokken is (aanstaat). Wanneer
deze ingedrukt is (uit), is de voeding naar de keuzescha-
kelaar Platform/Grond uitgeschakeld
3-2
WANNEER HULPVOEDING WORDT GEBRUIKT, MAG ER NIET MEER DAN
ÉÉN FUNCTIE TEGELIJK WORDEN GEBRUIKT. (BIJ GELIJKTIJDIGE
BEDIENING KAN DE HULPPOMP OVERBELAST WORDEN.)
5. Start/hulpvoedingsschakelaar
Motor starten/hulpvoedingsschakelaar/functie activeren.
– JLG Hoogwerker –
of
Om de motor te starten, moet de schakelaar
omhoog worden gehouden totdat de motor
aanslaat.
Om de hulpvoeding te gebruiken, moet de
schakelaar omlaag worden gehouden zolang
de hulppomp wordt gebruikt. De hulpvoeding
kan alleen worden gebruikt als de motor niet in
bedrijf is.
Wanneer de motor draait, moet de activerings-
schakelaar omlaag worden gehouden om alle
bedieningsfuncties van de giek te activeren.
3122554