Inhoudsopgave
Advertenties
HOOFDSTUK 3 - BEDIENINGSELEMENTEN, CONTROLELAMPJES EN BEDIENING VAN DE MACHINE
Wanneer de kantelsensor alarm geeft, zijn de volgende functies
kritiek:
- De rijfunctie is uitgeschakeld of de mast bevindt zich niet in
de ruststand.
- Voor het heffen en zwenken van de mast/giek wordt er
omgeschakeld naar de functie Kruipsnelheid.
- De telescoop uitschuiffunctie is uitgeschakeld.
- De telescoop intrekfunctie werkt naar behoren.
Wanneer de kantelsensor actief is, moet de machine als volgt
worden bestuurd:
1. Laat de mast neer.
2. De telescoop intrekken.
3. Zet het platform in het verlengde van het onderstel.
4. Giek omlaag brengen.
5. Rijdt de machine naar een gelijke, stevige en vlakke
ondergrond.
WANNEER DE MACHINE NIET WATERPAS STAAT, MOET U VERMIJDEN
OM DE MAST TE HEFFEN, DE TELESCOOP UIT TE SCHUIVEN OF DE
GIEK TE BEDIENEN OF TE DRAAIEN ALS DE MACHINE NIET IN DE
TRANSPORTSTAND STAAT. LAAT DE MAST ALTIJD ZO LAAG MOGELIJK
3-26
ZAKKEN, EN TREK DE TELESCOOP ZO VER MOGELIJK IN ALVORENS DE
GIEK TE BEDIENEN OF TE DRAAIEN.
Indicatielampje/alarmsignaal bij slappe ketting
Wanneer het systeem een slappe ketting detecteert, gaat het
RODE
indicatielampje
platformbedieningspaneel en klinkt er een alarmsignaal.
Een slappe ketting wordt meestal veroorzaakt wanneer het
platform of de giek op een voorwerp terechtkomen bij het
neerlaten.
Wanneer het indicatielampje voor de slappe ketting actief is, zijn
alle machinefuncties uitgeschakeld, met uitzondering van de
mast- en giekfuncties.
Ga als volgt te werk in geval de slappe ketting detector een
alarmsignaal afgeeft:
1. Richt de mast of de giek op (meestal de omgekeerde
beweging als die welke het alarm heeft laten afgaan).
Hierdoor
gespannen en het alarmsignaal uitgeschakeld.
2. Controleer de omgeving om de oorzaak op te sporen.
3. Voer de beweging uit die de machine vrij maakt en
voorkomt dat de machine hindernissen raakt.
– Hoogwerker JLG –
branden
wordt(/worden)
de
ketting(en)
op
het
weer
31210191
Advertenties
Inhoudsopgave
