HOOFDSTUK 3 - BEDIENINGSELEMENTEN, CONTROLELAMPJES EN BEDIENING VAN DE MACHINE
3.13 DRAAIEN
DE BOVENSTRUCTUUR NIET DRAAIEN, BEHALVE OP EEN VLAKKE,
STABIELE EN GELIJKE ONDERGROND ZONDER HINDERNISSEN EN
GEVAREN.
VERZEKER U ERVAN DAT U BIJ HET DRAAIEN VOLDOENDE RUIMTE
HEBT VOOR DE GIEK TEN OPZICHTE VAN DE AANWEZIGE WANDEN,
SCHEIDINGSWANDEN EN VOORZIENINGEN.
1. Wanneer alle bedieningshendels in de neutrale stand
staan, trekt u aan de trekker aan de voorkant van de
joystick.
2. Druk de joystick in de gewenste richting:
links. De snelheid van de beweging is proportioneel en
wordt op afstand bediend tijdens het rijden door de
joystick.
3. Zet de joystick terug in de middenpositie (neutrale
positie) om te stoppen. Vervolgens laat u de trekker los.
31210191
3.14 ALARMSYSTEMEN
Waarschuwingslicht /alarm Overbelasting
(Wanneer hiermee uitgerust)
Wanneer de maximum toegestane belasting van het platform
wordt overschreden, knipperen RODE signaallichten zowel op
het grondbedieningspaneel als op het platformbedieningspaneel
en klinkt er een geluidssignaal. Wanneer het indicatielampje voor
overbelasting actief is, zijn alle machinefuncties uitgeschakeld.
De
hoogwerker
indicatielampje ophoudt met knipperen.
Waarschuwingslicht /alarm Kantelsensor
Wanneer het onderstel niet waterpas is (Raadpleeg tabel 5-1),
gaat
het
platformbedieningspaneel. Als de machine zich niet in de
rechts of
transportstand (ruststand) begint en het onderstel niet waterpas
staat, klinkt er een alarmsignaal.
OM KANTELEN TE VOORKOMEN ALS DE RODE WAARSCHUWING-
SLAMPJES BRANDEN WANNEER DE MACHINE NIET IN TRANSPORT-
STAND STAAT, MOET U HET PLATFORM VOLLEDIG OMLAAG BRENGEN.
BRENG DE MACHINE OPNIEUW IN POSITIE ZODAT HIJ HORIZONTAAL
STAAT VOORDAT U DE MAST OMHOOG BRENGT.
– Hoogwerker JLG –
moet
dan
worden
RODE
indicatielampje
ontlast
totdat
het
branden
op
het
3-25