Video
Dit hoofdstuk beschrijft functies die betrekking hebben op het
opnemen van films, waaronder opnemen, afspelen,
geavanceerde functies, en bewerking van afspeellijsten en
scènes.
Elementaire opnamefuncties
Video opnemen
Bedieningsstanden:
1 Zet de camcorder aan.
Standaard worden films
opgenomen in het interne
geheugen. U kunt kiezen in welk
geheugen de films moeten
worden opgeslagen
Start/Stop
2 Druk op
opnemen te beginnen.
Druk nog een keer op
als u een pauze wilt inlassen.
Nadat u klaar bent met het maken van opnamen
1 Controleer of de ACCESS-indicator uit staat.
2 Zet de camcorder uit.
3 Sluit het LCD-paneel.
BELANGRIJK
• Neem de onderstaande voorschriften in acht wanneer de ACCESS-
indicator brandt of knippert. Als u zich daar niet aan houdt, kunt u uw
gegevens voorgoed kwijtraken of raakt het geheugen mogelijk
beschadigd.
- Open de afdekking van de geheugenkaartsleuf niet.
- Verwijder de stroombron niet en zet de camcorder niet uit.
- Wijzig de bedieningsstand van de camcorder niet.
34
Video
(
31).
om met
Start/Stop
Start/Stop-knop