kracht kan ervoor zorgen dat de buiten-
boordmotor uit het water wordt getild,
waardoor de kans op een ongeluk en
verwondingen toeneemt.
Zet de buitenboordmotor terug in de
G
normale stand zodra de boot in dieper
water is.
DCM00260
OPGELET:
Kantel de buitenboordmotor nooit zo
hoog dat de koelwaterinlaat in het staart-
stuk boven het wateroppervlak komt
wanneer u in ondiep water gaat varen. Dat
zou ernstige schade door oververhitting
kunnen veroorzaken.
DMU28110
Procedure
1.
Zet de schakelhendel in neutraal.
2.
Kantel de buitenboordmotor een beetje
naar boven en trek de hendel voor on-
diep water op.
3.
De hendel voor ondiep water wordt ver-
grendeld waardoor hij de buitenboord in
een gedeeltelijk opgeheven stand on-
dersteunt.
4.
Om de buitenboordmotor te doen dalen
dient hij een beetje naar boven worden
gekanteld en dient de hendel voor on-
diep water naar beneden te worden ge-
duwd.
langzaam zakken tot de gewone stand.
DMU28192
Varen in zeewater
ZMU02868
Na het varen in zeewater moet u de koelwa-
terdoorgangen uitspoelen met zoet water om
te voorkomen dat deze verstopt raken met
zoutafzettingen.
NOTA:
Voor instructies betreffende het spoelen van
het koelsysteem, zie pagina 29.
Varen in troebel water
Yamaha raadt ten zeerste aan de optionele
verchroomde waterpompkit (niet verkrijg-
baar voor bepaalde modellen) te gebruiken
als u de buitenboordmotor in troebel (mod-
derig) water moet gebruiken.
Laat
de
buitenboordmotor
Varen in andere
omstandigheden
Werking
ZMU02854
27