3. 950N2
3.1 BEOOGD GEBRUIK
De elektromechanische aandrijvingen FAAC serie 950N2
zijn ontworpen voor het aandrijven van draaideuren met
horizontale beweging die bestemd zijn als voetgangers-
doorgang.
Op elke vleugel moet er één aandrijfmechanisme geïn-
stalleerd worden.
950N2 is geschikt voor installatie binnenshuis.
!
Elk ander gebruik dat niet uitdrukkelijk wordt aangegeven, is
verboden en kan de integriteit van het product aantasten en/
of een bron van gevaar vormen.
3.2 GEBRUIKSBEPERKINGEN
De deur moet voldoen aan de grenswaarden voor af-
metingen en gewicht die worden aangegeven onder de
technische gegevens.
Neem de grenswaarden voor gebruiksfrequentie, weerge-
geven onder de technische gegevens, in acht.
De aanwezigheid van weersomstandigheden, ook slechts
af en toe, zoals ijs, sneeuw en harde wind, kunnen de
correcte werking van het automatiseringssysteem en de
integriteit van de componenten aantasten en kunnen
een potentiële bron van gevaar worden (zie § Gebruik in
noodgevallen).
950N2 is niet ontworpen als een inbraakbeveiliging.
De totstandbrenging van het automatiseringssysteem
vereist de installatie van noodzakelijke veiligheidsin-
richtingen, die door de installateur door middel van een
correcte risicobeoordeling op de plaats van installatie
bepaald moeten worden.
3.3 ONEIGENLIJK GEBRUIK
- Elk ander dan het beoogde gebruik is verboden.
- De installatie van het automatiseringssysteem buiten
de grenswaarden die beschreven worden onder
de Technische Gegevens en de Installatie-eisen is
verboden.
- Het is verboden om het automatiseringssysteem te
installeren op vluchtwegen.
- Het is verboden om de automatisering te installeren
op brand- en/of ontploffingsgevaarlijke plaatsen: de
aanwezigheid van ontvlambare gassen of rook kan
de veiligheid ernstig in gevaar brengen (het product
is niet gecertificeerd conform de richtlijn 94/9/EC ATEX).
- Het is verboden om het systeem te voeden met andere
dan de voorgeschreven energiebronnen.
- Het is verboden om in de handel verkrijgbare systemen
en/of gereedschappen, die niet voorzien zijn, toe te
passen of om ze te gebruiken voor doeleinden die niet
door de respectievelijke fabrikanten zijn toegestaan.
- Het is verboden om accessoires te gebruiken en/of
te installeren die niet uitdrukkelijk zijn goedgekeurd
door FAAC S.p.A.
- Het is verboden om het automatiseringssysteem te
gebruiken voordat de inbedrijfstelling is uitgevoerd.
- Het is verboden om het automatiseringssysteem te
950N2
gebruiken wanneer er sprake is van defecten/storingen
die de veiligheid in gevaar kunnen brengen.
- Het is verboden om het automatiseringssysteem te
gebruiken met gedemonteerde of omzeilde wegneem-
bare en/of vaste afschermingen.
- Stel het aandrijfmechanisme niet bloot aan directe
waterstralen, ongeacht het type of de omvang.
- Stel het aandrijfmechanisme niet bloot aan chemische
stoffen of agressieve omgevingsomstandigheden.
- Tijdens de beweging is het verboden om binnen het
werkbereik van het automatiseringssysteem te bewe-
gen en/of te verblijven.
- Probeer de beweging van het automatiseringssysteem
niet tegen te houden.
- Niet op de deur klimmen, deze vastpakken of u erdoor
laten voortslepen.
- Sta niet toe dat kinderen de het werkbereik van het
automatiseringssysteem benaderen of erin spelen.
- Laat de bedieningsinrichtingen niet gebruiken door
personen die daartoe niet uitdrukkelijk gemachtigd
en opgeleid zijn.
- Laat de bedieningsinrichtingen niet gebruiken door
kinderen of personen met beperkte lichamelijke en
geestelijke vermogens, tenzij ze onder toezicht staan
van een volwassen persoon die verantwoordelijk is
voor hun veiligheid.
!
Tijdens de handmatige verplaatsing moet de vleugel over de
gehele beweging begeleid worden; een vrijlopende gang van
de vleugel is niet toegestaan.
3.4 GEBRUIK IN NOODGEVALLEN
In alle situaties waarin een storing, een noodgeval of
een defect optreedt, moet u de elektrische voeding
van de automatisering onderbreken.
condities aanwezig zijn om de poortvleugel in alle vei-
ligheid handmatig te bewegen, gebruikt u de HAND-
MATIGE WERKING. Anders moet u de automatisering
buiten dienst houden tot die gereset/gerepareerd is.
In geval van een defect mag de reset/reparatie uitslui-
tend door de INSTALLATEUR/ONDERHOUDSTECHNI-
CUS worden uitgevoerd.
3.5 HANDMATIGE WERKING
De handmatige verplaatsing van de vleugel kan in één
van de volgende omstandigheden worden uitgevoerd:
- Bedrijfsmodus MANUEEL ingesteld.
- Stroomvoorziening onderbroken.
950N2 is een omkeerbaar aandrijfmechanisme en
dus niet voorzien van enige ontgrendelinrichting die
voorafgaand aan de handmatige verplaatsing van de
vleugel geactiveerd moet worden. Wanneer er spra-
ke is van een grendel, moet deze ontgrendeld worden
voordat de vleugel handmatig verplaatst wordt.
!
Tijdens de handmatige verplaatsing moet de vleugel
over de gehele beweging begeleid worden; een
vrijlopende gang van de vleugel is niet toegestaan.
10
Indien de
5322191 - RevA