Figuur 56
1. Oliefilter
3. Als het oliepeil beneden de Laag-markering staat,
verwijdert u de vuldop (Figuur 57) en vult u bij met
olie totdat het oliepeil de Vol-markering bereikt.
Niet te vol vullen.
Figuur 57
1. Olievuldop
4. Plaats de vuldop en de peilstok terug.
Motorolie verversen
Onderhoudsinterval: Om de 250 bedrijfsuren
1. Verwijder de aftapplug (Figuur 58) en laat de olie in
een opvangbak lopen. Als er geen olie meer naar
buiten stroomt, plaatst u de aftapplug terug.
2. Peilstok
1. Aftapplug motorolie
2. Verwijder het oliefilter (Figuur 56). Smeer een dun
laagje schone olie op de nieuwe filterpakking voordat
u deze vastschroeft. Niet te vast draaien.
3. Vul het carter bij met olie; zie Motoroliepeil
controleren.
Afsluiterspeling instellen
Onderhoudsinterval: Na de eerste 250 bedrijfsuren
Om de 2000 bedrijfsuren
Zie ook de Motorbedieningshandleiding, bij de machine,
voor verdere aanbevelingen.
48
Figuur 58