Handmatige klimaatregeling met airconditioning, A/C
Ventilator
U kunt de snelheid waarmee
de ventilator draait verhogen
of verlagen door aan de
knop te draaien. Als de
draaiknop in stand 0 staat, is
de airconditioning niet inge-
schakeld.
Elektrische achterruit- en
buitenspiegelverwarming
Met deze knop kunt u de
achterruit en de buitenspie-
gels snel ontdoen van con-
dens of ijs (zie pagina 48
voor meer informatie over
deze functie).
Recirculatie
U kunt de recirculatie
inschakelen, als u vieze
lucht, uitlaatgassen en der-
gelijke buiten wilt houden.
De lucht in de passagiers-
ruimte wordt dan gerecircu-
leerd, d.w.z. er wordt geen lucht van buiten de
auto aangezogen wanneer de functie actief is.
Bij gebruik van de recirculatie (in combinatie
met het A/C-systeem) wordt de lucht in de
passagiersruimte bij warm weer sneller afge-
koeld.
Als u de recirculatie lang laat aanstaan, kan er
met name in de winter wasem en ijs op de
binnenkant van de ruiten ontstaan. Met de
timerfunctie beperkt u de kans op ijs, wasem
en een slechte lucht.
Ga als volgt te werk om deze te activeren:
– Druk de knop
langer dan
3 seconden in. De LED knippert
5 seconden. De lucht in de auto wordt
afhankelijk van de buitentemperatuur 3 tot
12 minuten lang gerecirculeerd.
– Telkens wanneer u op
de timerfunctie geactiveerd.
Doe het volgende om de timerfunctie uit te
schakelen:
– Druk de knop
nogmaals maar dan
langer dan 3 seconden in. De LED gaat
5 seconden branden ter bevestiging van
uw keuze.
Luchtverdeling
Voor optimaal comfort kunt
u de met stippen gemar-
keerde luchtverdelingsstan-
den tussen de verschillende
symbolen gebruiken om de
luchtverdeling precies af te
stellen.
Ontwaseming
Zet de knop voor de luchtverdeling in de
stand voor ontwaseming
ruit en de zijruiten snel te ontwasemen en ont-
dooien. Er stroomt dan op hoge snelheid
lucht naar de ruiten.
Bij activering van deze functie gebeurt boven-
dien het volgende om de lucht in het interieur
zoveel mogelijk van vocht te ontdoen:
• de airconditioning (A/C) wordt automa-
tisch ingeschakeld (tenzij de ventilator in
stand 0 staat);
drukt, wordt
• de recirculatie wordt automatisch uitge-
schakeld.
Bij het uitschakelen van de ontwaseming
hervat de klimaatregeling de voor-
gaande instellingen.
Klimaatregeling
om de voor-
69