Rijden met een aanhanger
Rijden met een aanhanger,
automatische versnellingsbak
• Trek bij het parkeren op hellingen eerst de
handrem aan, voordat u de keuzehendel
in stand P zet. Zet bij het wegrijden op
een helling eerst de keuzehendel in de
rijstand en haal de auto vervolgens van de
handrem.
• Kies bij het omhoogrijden op steile
hellingen of in langzaam rijdend verkeer
de juiste lage versnelling. Zo voorkomt u
dat de automatische versnellingsbak
opschakelt. De versnellingsbakolie wordt
dan minder warm.
• Als uw auto is uitgerust met een
Geartronic-versnellingsbak, moet u geen
hogere handmatige versnelling inscha-
kelen dan de motor "aankan". Rijden in
hoge versnellingen is niet altijd zuinig.
N.B. Sommige modellen moeten worden
uitgerust met een oliekoeler voor de automa-
tische versnellingsbak om gebruik te maken
van een aanhanger. Informeer dan ook bij de
dichtstbijzijnde Volvo-dealer naar wat er voor
uw auto geldt, als u achteraf een trekhaak
monteert.
Niveauregeling
Als uw auto is uitgerust met automatische
niveauregeling, neemt de achtertrein van de
auto tijdens het rijden altijd de juiste rijhoogte
aan ongeacht de belading. Wanneer de auto
stilstaat, zakt de achtertrein omlaag. Dit is
volkomen normaal. Bij het wegrijden met
lading wordt het niveau na enige tijd rijden
naar boven toe bijgesteld.
Starten en rijden
131