Sloten en alarm
Vergrendelen en ontgrendelen
Achterklep met
afstandsbediening
vergrendelen/ontgrendelen
Als u alleen de achterklep wilt ontgrendelen:
druk tweemaal binnen 3 seconden langzaam
op de knop voor de achterklep op de
afstandsbediening. Als alle portieren
vergrendeld zijn wanneer u de achterklep
sluit, dan blijft de achterklep na het sluiten
onvergrendeld staan. De klep is tevens
buitengesloten van het alarm.
De resterende portieren zijn wel opgenomen
in het alarm en blijven vergrendeld.
Om de achterklep in een dergelijk geval te
vergrendelen en in het alarm te betrekken
moet u de knop LOCK nogmaals indrukken.
N.B. Automatische hervergrendeling:
Als u van deze knop gebruik maakt om de
achterklep te ontgrendelen zonder de klep te
openen, wordt de klep circa twee minuten
later automatisch opnieuw vergrendeld.
Als u de achterklep echter opent en sluit,
werkt de automatische hervergrendelings-
functie niet.
Dashboardkastje vergrendelen
U kunt het dashboardkastje alleen vergren-
delen/ontgrendelen met de hoofdsleutel en
dus niet met de servicesleutel.
104
1
"Safelock"-functie
Bij activering van de "Safelock"-functie zijn
de portieren niet meer van de binnenzijde te
openen, als ze eenmaal vergrendeld zijn.
De "Safelock"-functie kan alleen van de
buitenzijde worden geactiveerd door het
bestuurdersportier met de sleutel of de
afstandsbediening te vergrendelen. Alle
portieren moeten zijn gesloten, voordat u de
"Safelock"-functie kunt activeren. De
portieren kunnen daarna niet meer van de
binnenzijde worden geopend. De auto kan
alleen van de buitenzijde worden geopend
met de sleutel in het bestuurdersportier of via
de afstandsbediening.
De "Safelock"-functie treedt 25 seconden na
het sluiten van de portieren in werking.
1.
Bepaalde landen.
"Safelock"-functie en eventuele
alarmsensoren tijdelijk
deactiveren
Als u de portieren van de buitenzijde wilt
vergrendelen terwijl er iemand in de auto
achterblijft (bijvoorbeeld tijdens de overtocht
op een veerboot), kunt u de "Safelock"-
functie tijdelijk deactiveren.
– Steek de sleutel in het contactslot, draai
deze naar stand II en vervolgens terug
naar stand I of 0.
– Druk op de knop.
Als de auto is uitgerust met alarm stelt u ook
de bewegings- en niveausensoren buiten
werking (zie pagina 108).