Veiligheid
Kinderen en veiligheid
Kinderen moeten comfortabel en
veilig zitten
De plaats van het kind in de auto en de
vereiste uitrusting is afhankelijk van het
gewicht en de lengte van het kind (zie
pagina 28 voor meer informatie).
Kinderen die kleiner zijn dan 1,50 m dienen in
een passend kinderzitje te worden vervoerd.
N.B. De wettelijke bepalingen voor het
vervoer van kinderen in de auto verschillen
van land tot land. Ga na welke regels er in uw
land van kracht zijn.
26
Ongeacht leeftijd en lengte moeten kinderen
altijd met de gordel goed om in de auto zitten.
Laat kinderen nooit bij passagiers op schoot
zitten.
De veiligheidsuitrusting voor kinderen die
Volvo biedt, is afgestemd op het gebruik in
uw auto. Door het gebruik van originele
Volvo-onderdelen bent u er zeker van dat de
bevestigingspunten en bevestigingsonder-
delen op de juiste wijze zijn aangebracht en
sterk genoeg zijn.
Het volgende kan worden gebruikt:
• een kinderzitje op de passagiersstoel,
zolang de airbag aan de passagierszijde
1
gedeactiveerd
is;
• een achterstevoren gemonteerd kinder-
zitje op de achterbank dat tegen de
rugleuning van de voorstoel steunt.
1.
Zie pagina 17 voor informatie over
een geactiveerde/gedeactiveerde
airbag (SRS).
Airbags (SRS) en kinderzitjes gaan niet
samen.
Kinderzitjes en airbags (SRS)
Plaats een kind altijd op de achterbank als de
airbag (SRS) aan de passagierszijde geacti-
1
veerd is
. Als de airbag wordt opgeblazen,
kan een kind in een kinderzitje aan de passa-
gierszijde ernstig letsel oplopen.
WAARSCHUWING!
Personen kleiner dan 1,40 m mogen
alleen op de voorstoel plaatsnemen als de
airbag gedeactiveerd is.