Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
Aanvullende info over de stappen
A
C
8
B
D
(vervolg)
1. Druk van de verwarmingsinstallatie
controleren.
Toegestane werkdruk van de CV-
ketel: 4 bar
2. Bij open werking: Controleren of de
ventilatie van de stookruimte open
staat.
3. Gasaansluitdruk controleren.
4. Afsluitkleppen van de gasleiding
openen.
5. Hoofdschakelaar inschakelen (deze
bevindt zich buiten de stookruimte).
6. Installatieschakelaar B aan de
regeling inschakelen. Als het sto-
ringslampje A op de regeling brandt
en het display C op de branderau-
tomaat knippert, eerst ontgrendelen;
daartoe ontstoringsknop D op de
branderautomaat indrukken.
Opmerking
Bij de eerste inbedrijfstelling kan het
toestel storing geven omdat er nog
niet voldoende gas in de gasleiding
zit (storingslampje op de regeling
gaat branden). Gasleiding nog een
keer ontluchten en branderautomaat
ontgrendelen.
7. Coderingen op de regeling van de
CV-ketel volgens de tabel op
pagina 56 aanpassen.
Montage- en servicehandlei-
ding van de regeling