Branderautomaat
Indicatie- en bedieningseenheid
Functie
In de branderautomaat is een display en bedieningseenheid geïntegreerd. In het
indicatieveld zijn de bedrijfssituaties, de service- en parametersituaties evenals de
storings- en foutmeldingen zichtbaar.
Status Service
A Ontstoringsknop (reset)
B Decimaalpunt (verschijnt als een
indicatiewaarde boven de waarde
99 uitkomt)
C Geheugen-LED (verschijnt als een
waarde wordt opgeslagen)
D Keuzetoets (select)
Werkingsindicatie
In de normale werking wordt op de statusweergave de bedrijfssituatie aangegeven.
Dit gebeurt ook bij storing na het indrukken van de ontstoringstoets.
De volgende weergaven worden automatisch doorlopen. Bij optredende storingen
zie meldcodes pagina 41.
Status Service
Status Service
34
Het display bestaat uit driemaal 7-seg-
mentelementen. Vier toetsen dienen
voor de instelling op de verschillende
bedieningsniveaus.
Voor de instelling van de parametercon-
figuratie van de brander bevindt zich aan
de achterkant van de indicatie- en bedie-
ningseenheid een DIP-schakelaar
(instelling zie pagina 37).
Stand-by
Start
Warmteaanvraag
Systeemtests