Diagnose
(vervolg)
Storings-
Gedrag van de
code
installatie
25
Geen vlammelding
na beveiligingstijd,
ionisatievlambewa-
ker meldt geen vlam-
signaal
26
Ionisatievlambewa-
ker meldt vreemd
licht tijdens het
opstarten of na de
nabeluchting.
26
Ionisatievlambewa-
ker meldt vreemd
licht tijdens het
opstarten of na de
nabeluchting.
26
Ionisatievlambewa-
ker meldt vreemd
licht tijdens het
opstarten of na de
nabeluchting.
26
Ionisatievlambewa-
ker meldt vreemd
licht tijdens het
opstarten of na de
nabeluchting.
27
Vlam dooft tijdens
bedrijf
27
Vlam dooft tijdens
bedrijf
27
Vlam dooft tijdens
bedrijf
27
Vlam dooft tijdens
bedrijf
27
Vlam dooft tijdens
bedrijf
29
Branderautomaat
geeft storing
Storingsoorzaak
285 kW brander bij
open werking
Kortsluiting op ont-
stekingsleidingen
Kortsluiting aan
ionisatiekabels of -
elektrode
Gascombiregelaar
lekt
Verkeerde para-
meterset ingesteld
Verkeerde gastype
ingesteld
Cilinderbrander
defect
Verkeerde para-
meterset ingesteld
Verbrandings-
waarden niet opti-
maal
285 kW brander bij
open werking
Interne fout van de
gasdrukbewake-
ringang
Storingen oplossen
Maatregel
Branderinstelling wijzigen
(zie pagina 47).
Kortsluiting opheffen.
Kortsluiting opheffen.
Gascombiregelaar ver-
vangen.
Parameterset instellen
(zie pagina 37 tot 38).
Gastype instellen (zie
pagina 9).
Cilinderbrander vervan-
gen.
Parameterset instellen
(zie pagina 37).
Brander instellen (zie
pagina 14).
Branderinstelling wijzigen
(zie pagina 47).
Branderautomaat vervan-
gen.
43