Aanvullende info over de stappen
Aansluitdruk
1. Brander in bedrijf stellen.
Opmerking
Inbedrijfstelling zie pagina 7. Brander
op max. vermogen zetten; daartoe
service-testschakelaar op de rege-
ling gebruiken.
2. Aansluitdruk (stromingsdruk) meten,
zie tabel pagina 13.
Opmerking
De aansluitdruk (stromingsdruk)
moet tussen 20 en 50 mbar liggen.
De gasdrukbewaking is vanuit de
fabriek op 10 mbar ingesteld. Instel-
ling niet veranderen.
Aansluitdruk
(stromingsdruk)
onder 15 mbar
15 tot 20 mbar
20 tot 50 mbar
boven 50 mbar
Maatregel
Niet instellen en het energiebedrijf informeren
Opgelet! De CV-ketel mag slechts tijdelijk (noodbedrijf) met
deze instelling gebruikt worden.
Het gasbedrijf informeren.
CV-ketel in bedrijf stellen
Aparte gasdrukregelaar met nulafsluiting van de ketelinstallatie
voorschakelen en druk op 20 mbar instellen.
Het gasbedrijf informeren.
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
(vervolg)
3. Meetwaarde in protocol (op pagina
62) opnemen.
4. Gasafsluitkraan sluiten.
5. Drukmeetapparaat eraf halen, meet-
aansluiting A sluiten.
13