1.9
VEIILIGHEIDSMAATREGELEN
1.9
Voorbereiding vervolg
Controleer het hydraulische systeem van de maaimachine, in het bijzonder de hydraulische slangen, aansluitingen en
slangsteunen. Versleten, beknelde of beschadigde slangen kunnen scheuren. Dit kan gezondheidsrisico's opleveren en
schade toebrengen aan de machine en het omliggende grasoppervlak.
Nadat brandstof is getankt en de hydraulische tank is bijgevuld, moeten de doppen weer stevig worden vastgezet.
Controleer of alle verbindingen, aansluitingen en draaimoeren stevig vastzitten en de wielmoeren de correcte torsie
hebben; zie SPECIFICATIES.
Alleen elektrische hefinrichting:
Controleer het elektrische systeem van de maaier, in het bijzonder de staat van de verbindingskabel en de elektrische
verbindingen tussen de tractor en de maaier. Zorg dat het systeem en het elektrische noodstopsysteem volledig
gebruiksklaar zijn.
Bediening
Laat de motor nooit in een afgesloten ruimte lopen, omdat zich daar giftige koolmonoxidedampen kunnen verzamelen.
Maai uitsluitend bij daglicht of goed kunstlicht.
Start de motor van de tractor nooit als de aftakas ingeschakeld is.
Apparaten met opgeslagen energie staan onder stroom als de zijmaaidekken in de transportstand zijn gezet.
Gebruik altijd de desbetreffende lifthendels voor hydraulische ondersteuning van de zijmaaidekken, alvorens de
transportvergrendelingen los te maken.
Ga zorgvuldig te werk bij het slepen:
- Gebruik uitsluitend goedgekeurde trekstangbevestigingspunten.
- Maak geen scherpe bochten.
- Ga zeer voorzichtig te werk als u achteruitrijdt.
Let op het verkeer als u in de buurt van een weg werkt of deze oversteekt.
Schakel de maaiaandrijving uit voordat u andere oppervlakken dan grasvelden oversteekt.
Als u de maaimachine gebruikt, mag u de afvoeropening van de machine nooit naar omstanders richten of iemand in de
buurt van de machine laten komen.
Gebruik de machine nooit als schermen, afdekplaten of andere beveiligingsmiddelen zijn beschadigd of ontbreken en
niet goed functioneren.
Wees voorzichtig als u scherpe bochten maakt bij het voor- of achteruitrijden: vermijd contact tussen de maaier en de
tractor.