1.61
Inrijperiode
Tijdens de eerste 50 bedrijfsuren en naast de
routinecontroles, zie DAGELIJKS EN VÓÓR
GEBRUIK.
De torsie van de wielmoeren controleren voor gebruik.
Torsie van wielmoer - 224 Nm.
Na de eerste 50 bedrijfsuren en naast de
routinecontroles, zie DAGELIJKS EN VÓÓR
GEBRUIK.
Stel het remsysteem af.
WAARSCHUWING: VOORKOM ONGELUKKEN
- Zorg dat de maaier stevig vastgekoppeld is aan
de tractor, zie DE MAAIER AAN DE TRACTOR
KOPPELEN. De maaier moet op een gelijke
ondergrond staan, met de handrem opgetrokken.
Laat de handrem van de maaier voorzichtig zakken om
de remmen vrij te zetten.
Stel de remschoenen af. Krik de maaier op en
ondersteun hem met blokken zodat de wielen de grond
niet raken. Draai het linkerwiel handmatig naar voren
en draai de remschoenafsteller tot het wiel niet meer
verder kan draaien (de remmen voorspannen). Draai de
remafsteller steeds een halve slag terug en tik telkens
tegen de afsteller tot het wiel handmatig kan worden
gedraaid onder lichte weerstand. De remschoen is nu
juist afgesteld. Herhaal dit bij het rechterwiel.
Laat de wielen op de grond zakken.
Na de eerste 50 bedrijfsuren en naast de
routinecontroles, zie DAGELIJKS EN VÓÓR
GEBRUIK en OM DE 50 BEDRIJFSUREN.
Het retourfilter voor de hydraulische vloeistof
vervangen. Verwijder de bovenkant van het retourfilter.
Haal de bus van het filterelement eruit en gooi deze
weg. Plaats een nieuwe filterbus (Toro onderdeelnr.:
65-06-483) en plaats de opschroefbare bovenkant terug.
Zorg dat de ringvormige afdichting goed zit.
ONDERHOUD
REMAF-
STELLER
ACHTER-
PLAAT
REM
1.61
65-06-483