1.26
De maaier monteren vervolg
6. Stel de handwielen voor cilinderafstelling (nr. 8)
van maaidek 3 in op de gehoekte achteroverstand.
Verwijder de moeren, bouten en ringen uit de
alternatieve standen 'A'. Verwijder de moeren,
bouten en ringen waarmee de handwielen zijn
bevestigd aan het maaidekframe. Verwijder de
klemmoeren van de ringbout, ringen en veerringen
en verwijder de handwielen. Stel de handwielen af
om de juiste bevestigingslocaties te verkrijgen en
monteer opnieuw in de alternatieve standen. Plaats
het bevestigingsmateriaal terug en draai het goed
vast.
7. Bevestig de maaidekken in de juiste stand aan de
maaier met de draaipennen, M24 nylon moeren,
ringen, moerdoppen, penhouders, spanschijven
(indien van toepassing), M12 x 25 stelschroeven
en veerringen (nr. 21, 22, 20, 25, 30, 23 en 24 -
pagina 1.23).
Merk op dat maaidekken 2 en 4 gemonteerd moeten
worden vóór hun ophangarmen.
DE MAAIER MONTEREN - TM5490
Opmerking:
Maaikop 3 - afstellers met een
hoek naar achteren zoals
getoond.
1.26