1.34
De maaier in werking zetten vervolg
Controleer of de klep van de wethendel in de
normale bedrijfsstand voor maaien is vergrendeld:
Koppel de maaier aan een geschikte tractor.
BELANGRIJK: VOORKOM BESCHADIGING
- Raadpleeg DE MAAIER AAN DE TRACTOR
KOPPELEN en volg de aanwijzingen om schade te
voorkomen.
Monteer de bedieningshendel op de tractor: Maak
de bedieningshendel los van de bevestigingsbeugel
van de maaier en maak de hendel vast aan de
bevestigingsbeugel van de tractor; zie DE TRACTOR
VOORBEREIDEN.
Zet alle transportvergrendelingen los: Om de
ophangarmen van de maaidekken vrij te zetten: start de
motor van de tractor en zet de ophangarmen volledig
omhoog met de bedieningshendel. Zo verkleint u de
druk op de armen. Zet dan de transportvergrendelingen
vrij.
Schakel de aandrijving van de aftakas in: De
veronderstelling is dat alle maaidekken op de grond
rusten als u de maaier de eerste keer start. Zorg dat
er geen omstanders in de buurt van de maaier zijn
en voorkom obstakels of losse voorwerpen die de
maaidekken kunnen belemmeren of erdoor kunnen
worden uitgeworpen. Start de tractor en stel het
toerental van de motor in op laag stationair. Selecteer de
aftakas en stel hem in op 540 tpm.
Overschrijd dit toerental niet.
Controleer het hydraulische systeem: controleer op
hydraulische lekken terwijl u uit de buurt blijft van de
draaiende maaicilinders. Schakel de aftakas uit en stop
de tractormotor voordat u probeert losse hydraulische
verbindingen vast te maken.
WAARSCHUWING: VOORKOM ONGELUKKEN
- Laat alle maaidekken neer op de grond, schakel de
aandrijving van de aftakas uit, stop de motor van
de tractor, schakel de parkeerrem van de tractor
in en neem het contactsleuteltje weg alvorens
afstellingswerkzaamheden uit te voeren.
DE MAAIER IN WERKING ZETTEN
1
3
TRANSPORTVER-
TRANSPORTVER-
GRENDELINGEN
GRENDELINGEN
ARM
BUITENSTE
MAAIDEKKEN
1.34
2