Afdrukstanden voor dubbelzijdig afdrukken
Onderstaande figuur geeft een beeld van de vier verschillende afdrukstanden. Deze opties
kunnen worden geselecteerd in de printerdriver (de meest geprefereerde methode) of op het
bedieningspaneel van de printer). (Als u het bedieningspaneel gebruikt, gaat u naar het menu
Apparaat configureren en vervolgens naar het submenu Afdrukken). Selecteer DUPLEX BINDEN.
In het PCL-submenu, selecteert u een instelling voor ORIËNTATIE.)
1. Lange kant, staand
2. Lange kant, liggend*
3. Korte kant, liggend
4. Korte kant, staand*
68 Hoofdstuk 2 Afdruktaken
2. Lange kant
liggend*
2
3
5
Dit is de standaard printerinstelling en de meest algemeen gebruikte
afdrukstand, waarbij de afgedrukte afbeelding rechtop staat. Pagina's naast
elkaar worden op de linkerpagina van boven naar beneden gelezen en dan
op de rechterpagina van boven naar beneden.
Deze afdrukstand wordt vaak gebruikt bij boekhouden, gegevensverwerking
en spreadsheetprogramma's. De beelden worden om en om ondersteboven
afgedrukt. Pagina's naast elkaar worden steeds van boven naar beneden
gelezen.
Elke afgedrukte afbeelding wordt rechtop afgedrukt. Pagina's naast elkaar
worden op de linkerpagina van boven naar beneden gelezen en dan op de
rechterpagina van boven naar beneden.
Deze afdrukstand wordt vaak gebruikt met klemborden. De afbeeldingen
worden om en om ondersteboven afgedrukt. Pagina's naast elkaar worden
steeds van boven naar beneden gelezen.
* Bij gebruik van Windows-drivers moet u Voorkant boven selecteren om de gewenste bindopties te krijgen.
1. Lange kant,
staand
3
2
5
3
2
3. Korte kant
liggend
2
3
5
4. Korte kant,
5
staand*
NLWW