I/O-submenu
De opties in het I/O-menu (invoer/uitvoer) beïnvloeden de communicatie tussen de printer en de
computer. De inhoud van het I/O-submenu is afhankelijk van welke EIO-kaart is geïnstalleerd.
Het volgende gedeelte geeft een lijst met instellingen en mogelijke waarden weer. In de kolom
Waarden, wordt de standaardwaarde voor elke instelling met een sterretje (*) gemarkeerd.
Optie
I/O-TIMEOUT
PARALLEL INVOER
HOGE SNELHEID
GEAVANCEERDE
FUNCTIES
EIO [X]
TCP/IP
IPX/SPX
APPLETALK
DLC/LLC
NLWW
Waarden
5
tot
300
Er is geen
waarde die u
kunt selecteren.
NEE
*JA
UIT
*AAN
Er is geen
waarde die u
kunt selecteren.
Er is geen waarde die u kunt selecteren.
INSCHAKELEN
UIT
*AAN
*BootP
CONFIG METHODE
DHCP
HANDLEIDING
Er is geen waarde die u kunt selecteren.
INSCHAKELEN
UIT
*AAN
*AUTO
FRAME-TYPE
UIT
Er is geen waarde die u kunt selecteren.
INSCHAKELEN
UIT
*AAN
Er is geen waarde die u kunt selecteren.
INSCHAKELEN
UIT
*AAN
Verklaring
(*
15
)
Selecteer de I/O timeout-periode in seconden.
Met deze instelling kunt u de timeout instellen voor de
beste prestaties. Als er gegevens van andere poorten in
het midden van uw afdruktaak verschijnen, moet u de
timeout-waarde verhogen.
Configureer de parallelle functies.
Selecteer JA zodat de printer de snellere parallelle
communicatie die wordt gebruikt voor verbindingen met
nieuwere computers kan accepteren.
Zet de parallelle tweerichtingscommunicatie aan of uit. De
standaardinstelling is afgesteld op een parallelle
tweerichtingspoort (IEEE-1284).
Met deze functie kan de printer status-terugleesberichten
naar de computer sturen. (Wanneer de parallelle
geavanceerde functies ingeschakeld zijn, kan de
taalinstelling langzamer gaan.)
De [X] geeft de sleuf weer waarin de optionele HP Jetdirect
printserver is geïnstalleerd, if any. Welk van de volgende
submenu's verschijnen hangt af van het type printserver
dat is geïnstalleerd.
Selecteer of de TCP/IP protocolstapel is ingeschakeld
(aan) of uitgeschakeld (uit). U kunt verschillende TCP/IP-
parameters inschakelen.
Selecteer de TCP/IP configuratiemethode
Voor de optie HANDMATIG, stelt u de waarden in voor IP-
ADRES, SUBNET MASKER, STANDAARD GATEWAY, SYSLOG
SERVER, en TIMEOUT BIJ NIET-ACTIEF.
Selecteer of de IPX/SPX protocolstapel (in Novell NetWare
netwerken bijvoorbeeld) is ingeschakeld (aan) of
uitgeschakeld (uit).
Selecteer of het frametype automatisch wordt bepaald of is
uitgeschakeld.
Selecteer of de Apple EtherTalk protocolstapel is
ingeschakeld of uitgeschakeld.
Selecteer of de DLC/LLC protocolstapel is ingeschakeld of
uitgeschakeld.
Menu Apparaat configureren 171