6
7
8
9
10
NLWW
6
Haal de DIMM uit de antistatische verpakking. Houd de DIMM vast
met uw vingers tegen de zijranden en uw duimen tegen de
achterrand. Breng de inkepingen van de DIMM op één lijn met de
DIMM-sleuf. (Controleer of de vergrendelingen aan weerszijden van
de DIMM-sleuf open zijn, of naar buiten wijzen.)
7
Duw de DIMM recht in de sleuf (stevig drukken). Zorg dat de
vergrendelingen aan weerszijden van de DIMM naar binnen op hun
plaats klikken. (U verwijdert een DIMM door de vergrendelingen los
te maken.)
VOORZICHTIG
De DIMM in de bovenste sleuf niet bewegen of verwijderen.
8
Sluit de toegangsklep van de DIMM. Controleer of de klep correct is
gesloten.
9
Plaats de onderkant van het deksel op de printer. Zorg dat het
onderste lipje op het deksel in de overeenkomstige sleuf van de
printer past. Draai het deksel omhoog, naar de printer toe.
10 Schuif het deksel naar de voorkant van de printer tot het vastklikt.
11 Bevestig eventuele kabels en het netsnoer opnieuw, zet de printer
vervolgens aan en test de DIMM. (Zie
controleren" op pagina
"De geheugeninstallatie
178.)
Geheugen installeren 177