Foto's zijn overbelicht.
Wanneer u automatisch flitst met drie flitsgroepen (A, B en C), moet u
niet flitsen met flitsgroep C naar het hoofdonderwerp gericht (p. 61).
Wanneer u voor elke flitsgroep in een andere flitsmodus fotografeert,
moet u niet flitsen met meerdere flitsgroepen ingesteld op <a>
of </> naar het hoofdonderwerp gericht (p. 65).
<k> wordt weergegeven.
Zet de sluitertijd 1 stop langer dan de flitssynchronisatiesnelheid (p. 49).
De LCD-paneelverlichting gaat aan en uit.
De LCD-paneelverlichting van de zendunit gaat aan of uit afhankelijk
van de oplaadstatus van de zendunit en ontvangstunits (flitsgroepen).
Zie "LCD-paneelverlichting" op pagina 54.
Gekoppeld fotograferen
Standaardbelichting niet mogelijk / ongelijkmatige belichting
Als u meerdere Speedlites tegelijkertijd laat flitsen tijdens gekoppeld
fotograferen, wordt de relevante belichting mogelijk niet bereikt of
krijgt u mogelijk een onevenwichtige belichting. Het verdient
aanbeveling slechts één Speedlite in te stellen om te flitsen of een
zelfontspanner te gebruiken om de timing van de flitsen te spreiden.
Draadloze flitsopnamen met optische transmissie
De ontvangstunit flitst niet.
Stel de ontvangstunit in op <:i> (p. 73).
Stel de transmissiekanalen van de zendunit en ontvangstunit op
dezelfde waarden in (p. 73).
Controleer of de ontvangstunit binnen het draadloze
transmissiebereik van de zendunit is (p. 72).
Richt de sensor voor draadloze bediening van de ontvangstunit op de zendunit (p. 72).
Als de zendunit en de ontvangstunit te dicht bij elkaar staan, kan de
transmissie mogelijk niet goed plaatsvinden.
Bij gebruik van de interne flitser van de camera als zendunit zet u
deze flitser omhoog en stelt u [Draadloze func.] in het scherm
[Func.inst. interne flitser] van de camera in.
Problemen oplossen
97