;
C.Fn-21:
U kunt de belichtingshoek (flitsdekking) van de Speedlite ten opzichte van
de beeldhoek wijzigen wanneer de flitsdekking is ingesteld op <L>
(Automatisch).
0:
(Standaard)
j
De optimale flitsdekking voor de beeldhoek wordt automatisch
ingesteld.
1:
(Richtgetalvoorkeur)
k
Hoewel de rand van de foto iets donkerder is dan bij de instelling 0, is
deze instelling handig wanneer u de voorkeur wilt geven aan het
flitsvermogen. De flitsdekking wordt automatisch ingesteld op een iets
meer op tele gerichte positie dan de werkelijke beeldhoek. Op het
scherm ziet u nu < k >.
2:
(Gelijkmatige dekking)
l
Hoewel de effectieve flitsafstand iets korter wordt dan bij de instelling 0,
is deze instelling handig wanneer u de lichtafname aan de rand van de
foto wilt beperken. De flitsdekking wordt automatisch ingesteld op een
iets meer op groothoek gerichte positie dan de werkelijke beeldhoek.
Op het scherm ziet u nu < l >.
<
C.Fn-22:
Wanneer een knop of een wieltje wordt bediend, wordt het LCD-paneel
verlicht. U kunt deze verlichtingsinstelling wijzigen.
0: 12sec (12 sec. aan)
1: OFF (Paneelverlichting uitsch.)
2: ON (Verlichting altijd aan)
?
C.Fn-23:
Als de ontvangstunit volledig is opgeladen tijdens draadloze flitsfotografie,
knippert het AF-hulplicht van de ontvangstunit. U kunt deze functie
uitschakelen. Stel deze functie op elke ontvangstunit in.
0:
(AF-hulplicht, Q-lamp)
=
1:
(Q-lamp)
>
(Belichtingshoek)
(Verlichting LCD-paneel)
(Laadstatuscontrole ontvangerflitser)
C: Gebruikersfuncties instellen
85