Inhoudsopgave
Advertenties
Automatisch flitsen met meerdere ontvangstunits
Wanneer het aantal ontvangstunits is verhoogd of het flitsen met de
zendunit op AAN is gezet, wordt er automatisch voor gezorgd dat alle
flitsers met hetzelfde flitsvermogen flitsen en dat het totale
flitsvermogen leidt tot de standaardbelichting.
Als de zendunit of een van de ontvangstunits (flitsgroep) niet volledig is
opgeladen, ziet u op het LCD-paneel van de zendunit <G>. Neem
de foto pas als u hebt gecontroleerd dat het pictogram <G> niet
wordt weergegeven.
Als het lampje <D> rood is, is er geen radiotransmissie tot stand
gebracht. Controleer opnieuw de transmissiekanalen en de ID's van het
draadloze radiosignaal van de zendunit en ontvangstunit. Als u met
dezelfde instellingen geen verbinding kunt maken, schakelt u de
zendunit en de ontvangstunit uit en weer in.
De flitsdekking van de zend-/ontvangerflitser is ingesteld op 24 mm. U
kunt de flitsdekking ook met de hand instellen.
Als u de zendunit ook wilt laten flitsen, schakelt u het flitsen van de
zendunit in stap 5 in op AAN (p. 53).
U kunt op de scherptediepteknop van de camera drukken om de
modelflits af te vuren (p. 36).
Wanneer een Speedlite is ingesteld als de zendunit, wordt het apparaat
na ongeveer 5 minuten automatisch uitgeschakeld.
Als de automatische uitschakelfunctie van een ontvangstunit wordt
geactiveerd, drukt u op de testflitsknop van de zendunit (p. 56) om de
ontvangstunit in te schakelen. U kunt de testflits niet gebruiken als de
timer van de camera werkt.
a: Volledig automatisch draadloos flitsen
Wanneer u meer flitsvermogen nodig hebt
of gemakkelijker wilt kunnen verlichten, kunt
u het aantal ontvangstunits vermeerderen
en ze als één flitser laten flitsen.
Als u ontvangstunits wilt toevoegen, voert u
dezelfde procedure uit als onder
"Automatische flitsopnamen met één
ontvangstunits" (p. 55). Stel de flitsgroep in
op A, B of C (p. 59). Er wordt niet geflitst
als u D of E instelt.
57
Advertenties
Inhoudsopgave
