Als u het gekoppeld fotograferen wilt beëindigen, wijzigt u op elke
Speedlite afzonderlijk de instelling in <P> in stap 1.
U kunt deze functie gebruiken als bediening op afstand voor gekoppeld
fotograferen zonder dat u een Speedlite op een camera bevestigt. Druk
op de zendunit op <8> en selecteer <L> om met alle camera's
met ontvangstunit een opname te maken.
Tijdens gekoppeld fotograferen worden zowel de zendunit als de
ontvangstunits na circa vijf minuten automatisch uitgeschakeld. Wanneer
het interval van gekoppeld fotograferen vijf minuten of langer is, stelt u
de "automatische uitschakeling" in op "UIT" op zowel de zendunit als de
ontvangstunits (C.Fn-01-1, p. 83).
Gekoppeld fotograferen met radiotransmissie
Als u in stap 2 de instelling wijzigt van
"ontvangstunit" in "zendunit", worden
andere Speedlites (of transmitters)
die tot op dat moment als "zendunit"
waren ingesteld, automatisch
"ontvangstunit".
Plaats de camera's met
6
ontvangstunit.
Plaats alle camera's met
ontvangstunit binnen ongeveer 30 m
van de camera met de zendunit.
Controleer of het lampje <D> van
de ontvangstunits groen brandt.
Maak de foto.
7
Controleer of het lampje <D> van
de zendunit groen brandt en maak de
foto.
De ontvangstcamera-units
ontspannen gekoppeld aan het
ontspannen van de zendcamera-unit.
Na het gekoppeld fotograferen brandt
het lampje <D> van de
ontvangstunit kort oranje.
69