9 Instellingen
94
EcoTherm Plus WGB EVO 15 – 28 H
Voor meer informatie, zie
Laadprio opslagtank (3822), pagina 101
Max. zwembadtemperatuur (2070)
Deze parameter geeft aan of de zembadverwarming door middel van laden
met zonne-energie geniet al dan niet prioriteit. Als de twembadtemperatuur
hier de verwarmingsgrenswaarde bereikt, wordt de colletorpomp uitgescha
keld. Deze wordt weer vrijgegeven als de zembadtemperatuur gedaald is
met 1°C onder de maximale verwarmingsgrens-temperatuur.
Met zonne toepassing (2080)
Instellen of het verwarmen van het zwembad al dan niet kan worden ge
daan met zonne-energie.
9.2.10 Primaire regelaar/aanvoerpomp
Min gewenste aanvoertemp (2110) en Max gewenste
aanvoertemp (2111)
Met deze grenswaarden kan er een bereik voor de debietinstelwaarde wor
den vastgelegd.
Systeempomp bij warmte blok (2121)
Deze parameter kan aangeven of de systeempomp eveneens vergrendeld is
of niet wanneer de vergrendeling van de verwarmingsproducent actief is.
Uit: De systeempomp is niet vergrendeld.
Aan: Indien de vergrendeling van de verwarmingsproducent actief is, is de
de systeempomp ook vergrendeld.
Mengklep verhoging (2130)
Voor de vermenging moet de actuele waarde van de ketelaanvoertempera
tuur hoger zijn dan de opgevraagde instelwaarde van de aanvoertempera
tuur van de menger, aangezien deze niet anders kan worden aangesloten.
De regelaar vormt de instelwaarde van de keteltemperatuur vanuit de hier
ingestelde impuls en de instelwaarde van de aanvoertemperatuur.
Looptijd servomotor (2134)
De looptijd van de actuator instellen van de gebruikte mengklep
Voorregelaar/circ pomp (2150)
Voor opslagbuffertank: De primaire regelaar/aanvoerpomp wordt met de
bestaande bufferopslagtank aangebracht in de waterleiding vóór de buf
feropslagtank.
Na opslagbuffertank: De primaire regelaar/aanvoerpomp wordt met de
bestaande bufferopslagtank aangebracht in de waterleiding achter de
bufferopslagtank.
9.2.11 Ketel
Vrijgave onder buitentemp. (2203)
De ketel wordt alleen in werking gesteld als de gemengde buitentempera
tuur onder de hier ingestelde drempelwaarde ligt. Het schakelverschil be
draagt 0,5°C:
Doorlading opslagtank (2208)
Onder prog.nr. 4810 (volladen bufferopslagtank) wordt geselecteerd of en
wanneer de bufferopslagtank geheel wordt geladen ondanks een automati
sche vergrendeling van de opwekker. Onder prog.nr 2203 wordt ingesteld of
de ketel deel uitmaakt van het volladen of niet.
Uit: De ketel maakt geen deel uit van het volladen van de bufferopslag
tank.
Aan: De ketel maakt deel uit van het volladen van de bufferopslagtank.
7633791 - 01 - 21082015