6.4
Elektrische aansluitingen
7633791 - 01 - 21082015
6.3.7 Reinigings- en inspectie-openingen
Gevaar
Reinig de uitlaatgaspijpleidingen!
Het moet mogelijk zijn om de rookgaspijpen te reinigen en de ruim
te tussen de elkaar kruisende pijpen en luchtdichtheid te controle
ren.
Er moet minimaal één reinigings- en inspectie-opening in de installatieruim
te van de WGB EVO worden aangebracht.
Uitlaatgaspijpen in gebouwen die niet vanuit de openingskant kunnen wor
den gereinigd of geïnspecteerd, moeten in het bovenste gedeelte van het
uitlaatgassysteem of via het dak een extra reinigingstoegang hebben.
De uitlaatgaspijpleidingen in de buitenmuur moeten tenminste één reini
gingsopening in het onderste gedeelte van het uitlaatgassysteem hebben.
Voor uitlaatgassystemen in gebouwen met een hoogte van minder dan <
15.00 m in het verticale gedeelte, een pijpleidinglengte van minder dan 2,00
m in het horizontale gedeelte en een maximale leidingdiameter van 150
mm met een maximale afbuiging (met uitzondering voor de afbuiging di
rect bij de ketel en in de as) is één reinigings- en inspectie-opening in de in
stallatieruimte van de WGB EVO voldoende.
De toevoeropeningen voor het uitlaatgassysteem mogen geen andere ope
ningen hebben dan de noodzakelijke reinigings- en inspectie-openingen en
de openingen voor de ventilatie van de uitlaatgaspijp.
6.4.1 Elektrische aansluiting (algemeen)
Gevaar
Gevaar door ondeskundige uitvoering!
Alle werkzaamheden in verband met de installatie mogen uitslui
tend uitgevoerd worden door een gediplomeerd elektricien.
Elektrische aansluiting AC 230 V +6% -10%, 50 Hz
In Duitsland moeten de VDE 0100 en plaatselijke regels tijdens de installatie
worden nageleefd; in alle andere landen gelden de plaatselijke regels.
De elektrische aansluiting moet met de correcte en niet verwisselbare pool
aansluiting worden uitgevoerd. In Duitsland kan de aansluiting worden uit
gevoerd als stekker en doos-verbinding met niet verwisselbare poolaanslui
ting of als vaste aansluiting. In alle overige landen moet dit een vaste aan
sluiting zijn.
Voor de voedingsspanning moet de aan de ketel bevestigde stroomkabel
worden gebruikt of het kabeltype H05VV-F 3 x 1 mm
aardingskabel moet bij de aansluiting langer zijn, om zo te garanderen dat
deze aansluiting de laatste kabel is die in geval van een risico kan breken.
Wij adviseren om vóór de WGB EVO een meerpolige hoofdschakelaar te in
stalleren. Deze moet alle polen isoleren en een contactscheiding van ten
minste 3 mm bieden.
Alle aangesloten componenten moeten voldoen aan VDE-richtlijnen. Pas al
tijd een trekontlasting toe bij aansluitkabels.
Kabeltypes
2
of 3 x 1.5 mm
EcoTherm Plus WGB EVO 15 – 28 H
6 Installatie
2
. De
43