Afb.32
Opslagtank laden
T
Bx
1
0
7633791 - 01 - 21082015
Vorstbev collector (3840)
Om bevriezing van de verzamelpomp te voorkomen, wordt de verzamel
pomp bij vorstgevaar ingeschakeld.
Max temp bev collector (3850)
In geval van gevaar voor oververhitting wordt het opladen van de opslag
tank voortgezet om warmte af te voeren. Wanneer de veiligheidstempera
tuur van de opslagtank is bereikt, wordt het opladen van de opslagtank on
derbroken.
Verdamping warmtedrager (3860)
Pompbeveiligingsfunctie om oververhitting van de collectorpomp te voorko
men in geval van gevaar voor het verdampen van het warmtedragermedi
um op grond van hoge collectortemperatuur.
Min pomptoerental (3870) enMax pomptoerental (3871)
Instelling van het percentage van de minimale en maximale snelheid van
pomp voor het zonne-energiecircuit.
Antivries (3880)
Informatie over de gebruikte antivries.
Antivries concentratie (3881)
Invoeren van antivriesmiddel voor gebruiksmeting van zonne-energie.
Pomp capaciteit (3884)
Invoeren van het debiet van de gemonteerde pomp voor de berekening van
het ingebrachte volume om het gebruik te meten.
Puls eenheid opbrengst (3887)
Geeft de het debiet per impuls aan voor de Hx ingang. De Hx-ingang moet
worden geconfigureerd om de impulsen hiervoor te tellen.
9.2.15 Verwarmingsketel op vaste brandstof
Blokkeer andere opwekkers (4102)
Als de ketel voor vaste brandstoffen ingeschakeld is, worden andere produ
centen, bv. olie/gasketels, geblokkeerd zodra er een stijging van de ketel
temperatuur wordt bereikt die aangeeft dat de vergelijkingstemperatuur
overschreden is (prog. nr. 4133).
Min gew wrde (4110)
De ketelpomp wordt allen ingeschakeld als de keteltemperatuur de mini
mum instelwaarde heeft bereikt, die hier ingrtsteld is naast het noodzakelij
ke temperatuurverschil.
Temp diff AAN (4130), Temp diff UIT (4131) en
Vergelijkingstemperatuur (4133)
1 / 0 Aan/uit ketelpomp
Bx Vergelijkende werkelijke temperatuur
TKx
T1 Temp diff AAN
T1
T0 Temp diff UIT
TKx Temperatuur van de ketel
T0
TS Opslagtemperatuur
t Tijd
TS
Er is een voldoende groot temperatuurverschil nodig tussen de keteltempe
ratuur en de vergelijkende temperatuur voor het opstarten van de pomp.
Om de vergelijkende temperatuur te han dhaven, zijn de volgende instellin
RA-0000081
t
gen beschikbaar onder prog. nr. 4133.
Tapwateropnemer B3 / Tapwateropnemer B31: De vergelijkende tempe
ratuur wordt geleverd door de Tapw-sensor B3/B31.
Opslagtank temperatuur B4 / Opslagtank temperatuur B41: De vergelij
kende temperatuur wordt geleverd door de bufferopslagtank sensor B4/
B41.
EcoTherm Plus WGB EVO 15 – 28 H
9 Instellingen
103