Inhoudsopgave
Advertenties
Draai
bU
stationair toerental
de
wartelmoer
van
de
inspuitleiding
aan
de
ver-
stuiver los, totdat gasolie kan
ontsnappen.
Wanneer
dit
nu de wartelmoer van een slecht werkende verstuiver
is,
dan
geeft
dit
losdraaien
geen merkbare invloed
op de
werking
van de
motor. Deze
proef
geeft echter geen bewijs,
dat de
verstuiver slecht
werkt,
daar-ook
de
nogglUt<-
heid
bestaat,
dat een
element
van de
brandstofinspuitpomp
defect
is.
Om
dit
te
kunnen aantonen
dient men
de
vermoedelijke slechte
verstu
iver
te
vervangen
door een goede
reserve
verstuiver en de proef
te
herhalen.
Ontluchten
brandstofsysteem
Wanneer ondanks
alle
voorzorgen
toch lucht
in
het
brandstofsysteem
komt,
moet
dit
worden ontlucht. Hiertoe bevindt zich onder de
mat
van de
cabinevloer,
naast
de
motorkap
en achter de
versnellingshefboom,
een luikje (zie afb.
29).
Via
dit
luikje kan
de
opvoerpomp worden
bereikt.
Op de
opvoerpomp
is
een
gekartelde
knop
aanwezig. Deze
dient
te
worden
losgeschroefd, waarna
door
óeze
op
en neer
te
bewegen
de
opvoerpomp
wordt
bediend.
Dan
deze
klop
net
zo
lang
op en
neer
bewegen
totdat
een grote
weerstand
wordt
gevoeld.
Daarna
de
knop
neerdrukken
en
deze weer
vastschroeven.
Mocht na
vorengenoemde
handeling
bU
het
starten
de
motor
nog niet
aanslaan,
dan verdient het
aanbeveling
om
de
handeling
te
herhalen
waarbij
tevens
het
ontluchtboutje (zie
2
in
afb. 30) met een 10
mm
steek-
of
ringsleutel iets
wordt
losgedraaid.
Hierdoor
kan
de
nog
in de
pomp
aanwezige
lucht
ontsnappen.
Er
hoet
dan net
zo
lang
worden gepompt
totdat
er
dieselbrandstof langs
het
ontluchtboutje ontsnapt,
welke
vrij
van
luchtbellen
is.
Luchtfilter
Het luchtfilter is van het
oliebadtype.
Bij elke
tweede smeerolieverversing
van
de
Afb.
29
Luik
Afb.
30
Brandstofinspuitpomp
î
.
Handpompje
2.
Ontluchtboutje
26.0443
Afb.
31
Luchtfilter
3î
433t9
Advertenties
Inhoudsopgave
