Inhoudsopgave
Advertenties
7.4
Hoortoestel plaatsen/verwijderen
Schakel uw hoortoestellen voor uw comfort altijd uit voordat u ze plaatst of
uitneemt.
7.4.1 Oorstukje plaatsen
1. Neem het oorstukje tussen duim en wijsvinger, met de 'punt' naar uw oor.
2. Schuif nu het oorstukje helemaal in uw oor met een voorzichtige,
draaiende beweging.
3. Beweeg het oorstukje naar boven en onderen en druk het voorzichtig op
de juiste plek in uw oor. U voelt vanzelf of het oorstukje op de juiste plaats
zit.
4. Plaats het hoortoestel achter uw oor.
Door oefening zult u een manier ontdekken die u het meest gemakkelijk vindt.
Wanneer het hoortoestel juist geplaatst is, zal het stevig maar comfortabel in uw
oor zitten.
i
TIP : trek uw oorschelp voorzichtig naar achteren om het plaatsen te verge-
makkelijken.
i
LET OP: probeer nooit zelf de vorm van het hoortoestel, oorstukje of slangetje te veranderen.
16
7.4.2 Oorstukje verwijderen
1. Pak het oorstukje beet aan de achterzijde.
2. Neem het oorstukje (dus niet het hoortoestel of de slangetjes) met een licht draaiende beweging
uit de gehoorgang. (Let op: bij op maat gemaakte oorstukjes met een Thintube, pak het trek-
koordje vast en trek het oorstukje naar buiten).
3. Vraag advies aan uw audicien wanneer het verwijderen moeilijk gaat.
7.4.3 ThinTube met eartip plaatsen
1. Hang het toestel over de bovenkant
van uw oor.
2. Pak het slangetje beet bij de krom-
ming en duw de eartip in de gehoor-
gang. De eartip moet ver genoeg in de
gehoorgang worden geplaatst, zodat
het slangetje dicht langs de zijkant van
uw hoofd ligt.
i
Om fluiten te voorkomen is het belangrijk dat het geluidsslangetje en de eartip goed in uw gehoor-
gang zitten. Zie 'Problemen oplossen' blz. 54.
i
LET OP: probeer nooit zelf uw hoortoestel, oorstukjes of geluidsslangetje te buigen of van vorm te
veranderen.
17
Advertenties
Inhoudsopgave
