i
14.1
Dagelijks onderhoud
Houd uw hoortoestel schoon en droog. Maak het dagelijks schoon met een zacht doekje. Om schade
door vocht te voorkomen, raden wij het gebruik van een droogbox aan. Plaats het hoortoestel met een
droogmiddel een nacht in een droogbox als het hoortoestel is blootgesteld aan hoge vochtigheid of
transpiratie. Informeer bij uw audicien welk droogmiddel u het beste kunt gebruiken.
14.2 Reinigen receiverslangetje en eartip
Het slangetje en de eartip moet u regelmatig schoonmaken. Gebruik een vochtige doek om het slangetje
en de eartip aan de buitenkant schoon te maken. Gebruik geen water als u de slangetjes of eartips
schoonmaakt. Op deze manier kunt u ook het oorstukje van de UP reinigen. Zie hoofdstuk 15.4 de in-
structies voor het vervangen van het oorsmeerfilter.
i
14.3
Reinigen van RIE of oorstukjes (geldt niet voor UP-oorstukjes)
1. Verwijder het oorstukje.
2. Gebruik handwarm water om het oorstukje te ontvetten.
3. Maak het oorstukje na het schoonmaken zorgvuldig droog met een blaasbalgje.
38
14.4 Vervangen van het oorsmeerfilter
Volg voor het vervangen van Cerustop-oorsmeerfilters (wit) de volgende stappen:
1. Wij raden u in eerste instantie aan om deze filters door uw audicien te laten vervangen.
2. Gaat u het filter zelf vervangen: plaats de verwijderzijde van het tooltje voorzichtig in het filter, tot
de rand. Trek het cerumenfilter er langzaam recht uit.
3. Druk om het nieuwe oorsmeerfilter te plaatsen de vervangzijde van het tooltje recht in het gat
van de geluidsuitgang tot de buitenste ring gelijk ligt met de buitenkant van de geluidsuitgang.
Trek het tooltje er recht uit - het nieuwe cerumenfilter blijft zitten.
39