4-1. Bedieningsfuncties
2
19
.
Wanneer een toets wordt ingedrukt
gaat het gele lampje branden om aan te
geven dat deze aktief is.
1
Aan/uit schakelaar
Gebruik de schakelaar om de machine aan
en uit te zetten.
2
TC1−4 Temperatuur weergave
Laat de temperatuur zien van de ther-
mokoppels 1 tot en met 4.
3
Thermokoppels die regelen
De LED's geven aan welk thermokoppel
wordt gebruikt om te regelen.
4
Temperatuurled' s van units
LED's geven aan hoe de temperatuur wordt
gemeten in _F of _C
5
LED foutmelding
LED gaat branden als er een fout in het sys-
teem aanwezig is.
6
LED limietinstelling
OM-222 166 Pagina 20
HOOFDSTUK 4 − BEDIENING
3
4
5
6
7
10
LED brandt wanneer een limiet is ingesteld
7
LED opwarming
LED brandt als de machine vermogen
levert.
8
Stop Toets
Toets om verwarmingproces te stoppen.
9
Vasthoud toets
Om het verwarmingsproces vast te
houden.
10 Start toets
Om proces te starten.
11 Cursor toets
Om de cursor in het display te verplaatsen
4 x 40 LCD display (item 18).
12 Programma toets
Om het programma in te stellen.
13 Aktuele status toets
Om de aktuele toestand te laten zien.
9
8
11
18
14 Parameter toets
Om de aktuele− tijd en vermogens afgifte te
laten zien.
15 Toets van koeling
Om koelunit in en uit te schakelen.
16 Vermeerderings toets
Om waardes te vermeerderen op het
getoonde scherm.
17 Verminderings toets
Om waardes te verminderen op het getoon-
de scherm.
18 4 x 40 LCD Display
Weergave van programmeren, aktuele sta-
tus, parameters, fouten, limieten, storings
oplossingen.
19 Aansluitingen voor thermokoppels
Gebruik de aansluitingen voor thermokop-
pels van het type K.
16
17
15
14
13
12
1
803 995-B