In bedrijf stellen, opstarten, bedienen en uitschakelen (vervolg)
1.
Sluit de afvoerklep volledig of open deze gedeeltelijk, afhankelijk van de systeemcondities.
2.
Start de aandrijving.
3.
Open de afvoerklep langzaam totdat de pomp de gewenste stroom heeft bereikt.
4.
Controleer onmiddellijk de drukmeter om er zeker van te zijn dat de pomp snel de juiste afvoerdruk
bereikt.
5.
Doe het volgende als de pomp niet de juiste druk bereikt:
a) Stop de aandrijving.
b) Bevestig de minimale onderdompeling.
c) Start de aandrijving nogmaals.
6.
Controleer de pomp terwijl deze werkt:
a) Controleer de pomp op lagertemperatuur, overmatige trillingen en lawaai.
b) Wanneer de pomp normale niveaus overschrijdt, schakelt u de pomp direct uit en verhelpt u het
7.
Herhaal stap 5 en 6 totdat de pomp goed werkt.
Voorzorgsmaatregelen pompbediening
Algemene overwegingen
VOORZICHTIG:
• Varieer de capaciteit altijd met de regelklep in de afvoerleiding. Smoor nooit de stroom vanaf de
aanzuigkant, aangezien dit kan leiden tot verminderde prestaties, onverwachte warmteontwikkeling en
schade aan apparatuur.
• U moet de aandrijving niet overbelasten. Overbelasting van de aandrijving kan leiden tot onverwachte
warmteontwikkeling en schade aan apparatuur. De aandrijving kan onder de volgende
omstandigheden overbelast raken:
• De specifieke zwaartekracht van de verpompte vloeistof is groter dan verwacht.
• De verpompte vloeistof overschrijdt de nominale stroomsnelheid.
• Gebruik de pomp zoveel mogelijk bij nominale condities. Wanneer u dat niet doet, kan dit leiden tot
schade aan de pomp door cavitatie of hercirculatie.
Bediening bij verlaagde capaciteit
WAARSCHUWING:
Gebruik nooit een pompsysteem met een geblokkeerde aanzuiging en afvoer. Als de pomp in deze
toestand, ook al is het kort, wordt gebruikt, kan de opgesloten verpompte vloeistof oververhit raken, wat
een grote explosie tot gevolg kan hebben. U moet alle benodigde maatregelen nemen om deze
omstandigheden te voorkomen.
VOORZICHTIG:
• Vermijd overmatige trillingsniveaus. Overmatige trillingsniveaus kunnen de lagers, pakkingbus of
afdichtingsbehuizing beschadigen, alsmede de mechanische afdichting, wat kan leiden tot verminderde
prestaties.
• Vermijd verhoogde radiale belasting. Wanneer u dat niet doet, kan dit spanning zetten op as en lagers.
• Vermijd warmteontwikkeling. Wanneer u dat niet doet, kan dit leiden tot schade aan draaiende
onderdelen.
• Vermijd cavitatie. Wanneer u dat niet doet, kan dit leiden tot schade aan de interne oppervlakken van
de pomp.
50
probleem.
Een pomp kan om diverse redenen normale niveaus overschrijden. Zie het hoofdstuk Problemen
oplossen voor informatie over mogelijke oplossingen voor dit probleem.
Model VIC Installatie, bediening en onderhoud