Installatie (vervolg)
De gemiddelde TIR dient minder te zijn dan 0,013 mm per 0,305 m en voor elke 3,05 m de 0,127 mm
niet te overschrijden. (10 ft.)
2.
Breng een dun laagje olie aan op de hoofddrijfwerkas.
3.
Installeer de koppeling:
het schroefdraad op de assen is linkshandig.
22
Type
hoofddrijfwerkaskoppeling
Schroefkoppeling
Spiekoppeling
Actie
1.
Breng een dunne laag olie aan op de koppelingsschroefdraden als
deze van niet-vretend materiaal zijn. Gebruik een geschikt anti-
vastloopitem als de koppeling van invretend materiaal is.
2.
Schroef de koppeling handmatig aan totdat u weerstand voelt.
Steek een dun draadje in het boorgat in het midden van de
koppeling om te bepalen wanneer de koppeling correct op de as is
geplaatst.
3.
Verwijder de draad nadat de koppeling is geïnstalleerd.
4.
Draai de koppeling verder met behulp van twee pijptangen, de ene
boven aan de pompas en de andere op de koppeling.
5.
Voer de bovenste hoofddrijfwerkas in de koppeling en draai deze
met de hand vast.
Pas geen sleutels toe op de lagerpenoppervlakken.
Voor een illustratie van de draadkoppeling, zie de VIC-T tekening in
het hoofdstuk met de onderdelenlijst.
1.
Plaats de spie in de pompas.
2.
Laat de mof over de pompas zakken tot ongeveer 25,4 mm onder
de bovenkant van de as.
3.
Laat de hoofddrijfwerkas zakken totdat deze de pompas raakt.
4.
Plaats de splitsring in de groeven van de pompas en de
hoofddrijfwerkas
5.
Schuif de mof omhoog totdat deze de splitring afdekt.
6.
Plaats de spie in de hoofddrijfwerkas.
7.
Schuif de mof omhoog tot aan de bovenrand van de spie.
8.
Zet de mof vast aan de splitring met een drukbout en borgdraad.
7
6
1.
Hoofddrijfwerkas
2.
Mantelbuis
3.
Spie
4.
Splitring
5.
Spie
6.
Pompas
7.
Drukbout/borgdraad
Model VIC Installatie, bediening en onderhoud
1
2
3
4
5