Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Knoppen op de machine

Start/Stop-knop
1.
De naaimachine begint te naaien als de start/stop-knop wordt ingedrukt en stopt wanneer de
knop opnieuw wordt ingedrukt. De naaimachine naait aan het begin langzaam, daarna steeds
sneller tot de ingestelde naaisnelheid is bereikt.
De naaisnelheid kan worden aangepast met de snelheidsregeling.
Knop voor achterwaarts naaien
2.
De steekpatronen 01, 04, 07, 22 en 23 kunnen achteruit worden genaaid.
Druk tijdens het naaien op de achteruitnaaiknop om in tegengestelde richting te naaien. Laat de
knop los om terug te gaan naar vooruit naaien.
Als u op de achteruitnaaiknop drukt voordat u begint met naaien zal de machine, als u op de start/stop-
knop of het voetpedaal drukt, permanent achteruit naaien en naait vooruit als u nogmaals op de knop
drukt.
Als u de achteruitnaaiknop indrukt terwijl u enig ander patroon naait, zal de machine onmiddellijk
afhechtsteken naaien en automatisch stoppen.
Knop voor automatisch afhechten „Auto-Lock"
3.
Als steken 01-05, 07-09, 12, 14-23, 28 en 49 worden gekozen, zal de machine bij indrukken van
de achteruitnaaiknop onmiddellijk 3 afhechtsteken naaien en daarna automatisch stoppen.
Behalve voor steken 01-09, 12, 14-23, 28, 37-44 en 49 zal de machine als u op auto-lock-knop drukt,
3 afhechtsteken naaien aan het einde van het huidige steekpatroon en dan automatisch stoppen.
Knop naaldstop omlaag/omhoog
4.
Druk op deze knop om de naald omhoog of omlaag te bewegen.
Door te drukken op de knop naald omhoog/omlaag maakt de naald een halve steek. Afhankelijk van
de actuele naaldpositie stopt hij in de tegenovergestelde positie, ofwel op de hoogste of op de
laagste positie. Op hetzelfde moment wordt de naaldstoppositie na het naaien permanent ingesteld.
De naadstoppositie wordt op het LCD weergegeven.
6

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave