Volg de aanwijzingen op voor het
inrijgen van een enkele draad met
gebruik van de horizontale garenpen.
Rijg deze door de linkernaald.
Zet de tweede garenhouder in het gat
bovenop de machine.
Rijg de draad door de resterende punten,
waarbij u zorgt dat u de draadgeleider
boven de naald overslaat en rijg de draad
door de rechternaald.
Rijg een draad afzonderlijk door iedere naald.
Er worden naast elkaar twee stiksels genaaid.
Als de tweelingnaaldfunctie wordt
ingesteld, komen steekpatronen die deze
functie niet ondersteunen weergegeven in
grijs.
De tekstmodus, combinatiemodus,
geheugenmodus en smartmodus zijn niet
beschikbaar.
Opmerking:
Zorg ervoor dat de twee draden die worden
gebruikt voor de tweelingnaald even dik zijn.
Ga bij naaien met de tweelingnaald altijd
langzaam te werk en zorg dat u een lage
snelheid aanhoudt om kwaliteitssteken te
garanderen.
Als de tweelingnaaldfunctie is geselecteerd,
blijft deze actief, ook als het steekpatroon
wordt gewijzigd. Druk weer op de knop om
deze functie te deactiveren.
29