Pagina 1
SCHMETZ INSIDE Instructiehandleiding www.facebook.com/veritassewing www.instagram.com/veritassewing www.veritas-sewing.com...
Pagina 2
Beste klant, we feliciteren u met de aankoop van uw naaimachine. U heeft een kwaliteitsproduct gekocht dat met de grote zorg is vervaardigd en, indien goed onderhouden, u vele jaren van dienst zal zijn. Wij vragen u voordat u het apparaat voor de eerste keer gebruikt, de handleiding zorgvuldig door te lezen en goed te letten op de veiligheidsinstructies.
Belangrijke veiligheidsinstructies Bij het gebruik van een elektrisch apparaat moet altijd aandacht besteed worden aan de veiligheid, onder andere aan de volgende standaard veiligheidseisen: Lees alle instructies door voordat u deze naaimachine gaat gebrui- ken. GEVAAR -Zo vermindert u het risico op een elektri- sche schok: 1.
Pagina 4
6. Kinderen mogen niet spelen met de machine. 7. Schoonmaak- en onderhoudswerkzaamheden mogen niet zon- der toezicht door kinderen uitgevoerd worden. 8. Zet de machine altijd uit bij voorbereidende handelingen (bij- voorbeeld verwisselen van de naald, garen inrijgen of verwisse- len van het voetje).
Pagina 5
20. Indien elektrische apparaten worden weggegooid op vuilnisbel- ten of stortplaatsen, kunnen er gevaarlijke substanties in het grondwater lekken en in de voedselketen terechtkomen, waar ze uw gezondheid en welzijn kunnen schaden. 21. Als u oude apparaten door nieuwe vervangt, is de winkelier wet- telijk verplicht om uw oude apparaat terug te nemen voor verwij- dering zonder dat dat u iets kost.
Pagina 7
Overlocksteken ..................... 45 Overlockvoet gebruiken..................45 Universele naaivoet gebruiken ................45 Blind zoom ......................46 Knoopsgaten naaien ..................47-50 Knoopsgaten maken in stretchstof ..............50 Knopen aannaaien ....................51 Stoppen ......................52-53 Ritssluiting inzetten ..................54-56 Inzetten van ritssluiting in het midden ............... 54 Inzetten van ritssluiting aan de zijkant ..............
De machine aansluiten Opgelet: Zorg er altijd voor dat de stekker van de naaimachine uit het stopcontact is getrokken en de hoofdschakelaar op “O” (UIT) staat als de machine niet wordt gebruikt en voordat er onderdelen worden geplaatst of verwijderd. Zorg er voordat u de naaimachine op de stroom aansluit voor dat de spanning en de frequentie van het apparaat overeenko-...
Naaitafel Houd de naaitafel horizontaal en trek hem in de richting van de pijl. De binnenruimte van de naaitafel wordt gebruikt als accessoiredoos. Vrije arm Naaien met de vrije arm is handig voor kokervormige delen zoals broekzomen en mouwen.
Spoelen 4-10 Garenklos en garenschotel op de garenpen plaatsen. Bij kleinere klosjes plaatst u de garenschotel met de smalle kant naast de spoel of gebruikt u een kleinere garenschotel. 2. Trek de draad van de garenklos door de bovendraadgeleiding. 3. Wind de draad linksom rond de spanningsschijven van de spoel.
Pagina 13
Leid het draadeinde door een van de binnengaten in de spoel zoals afgebeeld en plaats een lege spoel op de pen. Gleuf Veer van spoelwinder 5. Duw de spoel naar rechts. 6. Als de spoelwinder naar rechts wordt geduwd, verschijnt " "...
Pagina 14
8. Druk het voetpedaal in of druk op de Start/Stop-knop om de spoel te laten draaien. Nadat de gewenste hoeveelheid garen is opgewonden, stopt u het spoelen en knipt u de draad zo dicht mogelijk bij de opening af. Laat verder draaien tot het spoel- tje vol is.
Spoeltje plaatsen Opgelet: Zet de hoofdschakelaar uit (op “O”) voordat u de spoel plaatst of verwijdert. Om het spoeltje te kunnen plaatsen of verwij- deren, moet de naald helemaal naar boven staan. Open de deksel van de naaldplaat. Plaats het spoeltje zo in het spoelhuis dat het spoeltje linksom draait (richting van de pijl).
Bovendraad inrijgen Let op: Het is van belang om de draad zorgvul- dig in te rijgen, omdat er anders proble- men bij het naaien kunnen ontstaan. Garenklos en garenschotel op de garenpen plaatsen. Bij kleinere klosjes plaatst u de garenschotel met de smalle kant naast de spoel of gebruikt u een kleinere garenschotel.
Pagina 17
2. Trek de draad van de garenklos door de bovendraadgeleiding. 3. Trek de draad naar links door de draadgeleider en vervolgens naar voren, zoals afgebeeld. Leid de draad door de spannings- module door de draad tussen de zilveren schijven te laten passeren. 5.
Pagina 18
Eenmaal boven de draad van rechts naar links in de gleuf van de me- talen draadhevel leggen en weer omlaag leiden. Passeer de draad nu achterlangs de dunne kabel van de naald- klemgeleider. 8. Trek het uiteinde van de draad van voren naar achteren door het oogje op de persvoethouder en laat een eindje van ongeveer 10...
Automatisch inrijgen Opgelet: Schakel de hoofdschakelaar uit ("O"). Zet de naald op zijn hoogste stand en laat de persvoet zakken. Draai de draad rond de naaldgeleider. 1 Draadgeleider Druk de hendel zo ver mogelijk naar beneden. De naaldvoerder draait automatisch naar de draadpositie en de haakpin gaat door het oog van de naald.
Naald verwisselen Opgelet: Zet de aan-/uitschakelaar uit ("O") als u een van bovenstaande handelingen uitvoert! Verwissel de naald regelmatig, zeker als deze tekenen van slijtage vertoont of problemen veroorzaakt. Plaats de naald volgens de afgebeelde instructies. Draai het handwiel naar u toe (linksom), de naald gaat omhoog en omlaag.
Tweestaps persvoetlichter Met de persvoethevel wordt de pers- voet omhoog en omlaag gezet. Als u diverse lagen of dikke stoffen naait, kunt u de persvoetlichter extra hoog zetten, zodat u het werk beter kunt positioneren. Opmerking: De naald moet altijd op de hoogste stand staan.
Persvoetje vervangen Opgelet: Zet de aan-/uitschakelaar uit ("O") als u een van bovenstaande handelingen uit- voert! Het persvoetje verwijderen Zet de persvoet omhoog. Bevestigingshendel omhoog zetten en de persvoet komt los. Hendel Het juiste persvoetje plaatsen Laat de persvoethouder neer totdat de uitsparing zich rechtstreeks boven de pen bevindt.
Ophalen of neerlaten van de transporteur De regelhendel van de transporteur ziet u op de basis aan de achterkant van de naaimachine, als de naaitafel open is. Zet de persvoethendel omhoog en schuif daarna de hendel van de trans- porteur, die zich op de basis aan de achterkant van de machine bevindt, naar links of rechts (naar rechts gezien vanaf de voorkant van de machine).
Draadspanning - Basisinstelling van de draadspan- ning: "4" - Draai om de draadspanning te ver- hogen het wiel naar een hoger getal. Draai om de draadspanning te verla- gen het wiel naar een lager getal. - Het is belangrijk om bij het naai- en met de juiste draadspanning te werken.
Pagina 26
Te veel draadspanning voor stikken. Draai aan de knop naar een lager getal. Normale draadspanning voor zigzag- en siersteken. U heeft de juiste draadspanning als een kleine hoeveelheid bovendraad op de onderkant van de stof verschijnt.
Functietoetsen 1. Start/Stop-knop De naaimachine begint te naaien als de start/stop-knop wordt ingedrukt en stopt wanneer deze knop opnieuw wordt ingedrukt. De naaimachine naait in het begin langzaam. De naaisnelheid kan worden geregeld met de snelheidsregeling. Op deze manier kunt u de machine laten naaien zonder voetpedaal.
Pagina 30
2. Knop voor achterwaarts naaien Als de directe steken 1-5 en de steken 00-05 zijn geselecteerd, drukt u op de achterwaartsknop om achteruit te naaien. Met een pijl " " wordt in het LCD-scherm aangegeven dat de func- tie actief is. Als u de achterwaartsknop ingedrukt houdt, naait de machine achteruit totdat u de knop loslaat.
Pagina 31
4. Naaldstop omlaag/omhoog Met de naaldstop omlaag/omhoog bepaalt u of de naald op de hoogste of de laagste stand (in de stof) stopt als u met naaien stopt. Let op: Tijdens het naaien is de functie van de knop niet geactiveerd. Druk op de knop zodat de pijl op het LCD-scherm naar boven wijst "...
Geheugenknoppen 6. Geheugenknop Druk op de " "-knop om in het geheugen te gaan en sla de gewenste combinatie van letters of decoratieve steken op. Druk nogmaals op de " "-knop om het geheugen te verlaten en terug te keren naar de directe stand. Let op: De steken in directe stand en knoopsgaten kunnen niet worden opge-...
Functieknoppen 9. Knop voor het instellen van de steeklengte Wanneer u een steek selecteert, wordt de aanbevolen steeklengte automatisch ingesteld en weergegeven op het LCD- scherm met getallen. De steeklengte kan ook anders worden ingesteld door te drukken op de steeklengteknoppen. Druk op de "–"-knop om de steeklengte te verkorten (links).
Pagina 34
Als steken 00-04 zijn gekozen, kan de naaldpositie worden aangepast met de steekbreedteknoppen. Als u op de "–"-knop (links) drukt, beweegt de naald naar links en als u op de "+"-knop (rechts) drukt, beweegt de naald naar rechts. De cijfers kunnen worden gewijzigd van de linkerpositie "0.0"...
Pagina 35
12. Knop om te spiegelen De directe steken 1-7 en steken 00–17, 26–99 kunnen worden gespiegeld, door te drukken op de knop " " wordt de weergegeven geselecteerde steek genaaid. Het LCD-scherm toont de spiegelfunctie en de machine naait het gespiegelde stekenpatroon totdat de machine weer wordt gestopt en de spiegeltoets op- nieuw wordt ingedrukt om te stoppen.
Als u de spiegelknop indrukt, geeft het LCD-scherm de spiegelfunctie weer en naait de machine de gespiegelde steek totdat u de spiegelknop weer indrukt. A Normaal naaien met steekpatroon. B. Naaien met spiegelpatroon. Let op: - Steekpatroon 18-25 kan niet in spie- gelbeeld worden getoond.
Keuzeknoppen 13. Directe steekkeuze en cijferknop- Directe steekkeuze Druk op de knoppen om de nuttige steken te kiezen die naast de cijferknop staan als de modusknop is ingesteld op de directe modus. Cijferknoppen Druk op de cijferknoppen om het beno- digde steekpatroon te kiezen.
Steek kiezen Tien van de meest gebruikte nuttige steken kunnen snel worden gekozen met de directe stekenkeuze en cijfer- knoppen. Kies de gewenste steek uit de afbeel- ding op de bovendeksel. Zet de naaimachine aan. 2. Als de naaimachine wordt inge- schakeld, wordt automatisch de rechte steek (naaldpositie in het midden) gekozen.
Handige vaardigheden Hieronder worden verschillende manieren beschreven om betere resultaten te verkrijgen voor uw naaiprojecten. Raadpleeg deze tips bij uw naaiprojecten. U dient een proeflapje te naaien, omdat afhankelijk van het soort stof en de ge- bruikte steek de gewenste resultaten wellicht niet kunnen worden bereikt. Gebruik voor het proeflapje dezelfde stof en garen als die u gebruikt voor uw pro- ject en controleer de draadspanning en de lengte en breedte van de steek.
Draad afsnijden Breng de draadhendel helemaal naar boven, haal de persvoet omhoog en verwijder de stof. Leid beide draden naar de zijkant van de ommanteling en in de draadsnijder. Duw de draden naar beneden om ze door te snijden. Draadsnijder Naaien van dunne stoffen Als u dunne stoffen naait, kunnen de ste- ken verspringen of de stof niet juist worden...
Pagina 41
Bij het bereiken van een dik punt, de naald laten zakken en de persvoet omhoog zetten. Druk op de punt van de persvoet en druk de zwarte knop in, vervolgens de persvoet weer laten zakken en verder naaien. De zwarte knop gaat na een paar ste- ken weer auto- matisch uit.
Rechte steken Steeklengte aanpassen Om de steeklengte te verkorten, drukt u op de " –" van de regelknop van de steeklengte. Om de steeklengte te verlengen, drukt u op de "+" van de regelknop van de steeklengte. Over het algemeen geldt dat hoe dikker de stof, het garen en de naald, des te langer de steek moet zijn.
Naaldpositie wijzigen Stel het steekpatroon in zoals afge- beeld. De keuzeknop voor steekbreedte is ook de regelknop voor de vaste naaldposi- tie voor recht stikken. De vooraf ingestelde positie is "3.5", middenpositie. Als u op de " –" van de regelknop van de steekbreedte drukt, wordt de naaldpositie naar links ver- plaatst.
Zigzagsteken 05 06 07 Steekbreedte aanpassen De breedte wordt vergroot of verkleind als u drukt op de "+" van de regelknop- pen voor steekbreedte van "0.0-7.0". De breedte kan voor alle steekpatronen worden verkleind. Steeklengte aanpassen De dichtheid van de zigzagsteken wordt verhoogd als de instelling van de steeklengte dichterbij "0.3"...
Stretchsteek Gebruik deze steek bij gebreide tricot of andere stretchstoffen. Deze steek laat u uw naad uitrekken zonder de draad te breken. Ideaal voor elastische stoffen en gebrei- de stoffen. Geschikt voor sterke stiksels op zware stoffen zoals jeans. Deze steken kunnen ook heel goed gebruikt worden als decoratieve randaf- werking.
Stretchstof en elastische band naaien Als er aan een mouw of pand van een kledingstuk elastische band wordt beves- tigd, is het resultaat uitgerekte elastische band. Hiervoor is het nodig dat er een stuk elastische band van geschikte lengte wordt gebruikt. 2.0~3.0 2.5~5.0 Zet de elastische band op een paar...
Overlocksteken Door overlocksteken langs de rand van de stof te gebruiken wordt rafelen voorkomen. Overlockvoet gebruiken 05 08 2.0~3.0 5.0~7.0 Overlockvoet bevestigen Laat de stofrand tijdens het naaien tegen de geleiding van de voet aan liggen. Naaldinsteek Geleiding Universele naaivoet gebrui- 06 09 2.0~3.0 2.5~5.0...
Blinde zoom Zet de onderkanten van rokken en broeken vast met een blinde zoom. Deze steek naait zonder de steken aan de goede kant van de stof te laten zien. 10: Blindzomen op stevige stoffen. 11: Blindzomen op stretchstoffen. 1.0~2.0 2.5~4.0 Vouw de stof zoals afgebeeld zodat de achterkant van de stof boven ligt.
Knoopsgaten naaien Knoopsgaten kunnen worden aangepast aan de grootte van de knoop. Het wordt voor stretchstof of dunne stof aangeraden een versteviger te gebruiken om een beter knoopsgat te krijgen. 18: Voor dunne of middelzware stof 19: Voor dunne of middelzware stof 20: Voor horizontale knoopsgaten op dikke stoffen 21: Voor kostuums of overjassen...
Pagina 50
Kies de knoopsgatsteek. Stel de steekbreedte en de steeklengte in (afhankelijk van de gewenste breedte en dichtheid). Plaats de stof onder de persvoet met de voorkant van de knoopsgatsmarkering uitgelijnd met de middenlijn op de knoopsga- tenvoet. Uitgangspunt Let op: De knoopsgatensteek werd gekozen en de start/stop-knop werd ingedrukt ter- wijl de knoopsgathendel omhoog staat.
Pagina 51
* Knoopsgaten worden van voren naar achteren genaaid (in de knoopsgatvoet) zoals afgebeeld. Haal de persvoet omhoog en knip de draad af. Haal de persvoet omhoog om over hetzelfde knoopsgat te naaien (deze zal naar zijn oorspronkelijke positie teruggaan). Na de knoopsgatsteek te hebben ge- naaid, haalt u de knoopsgathendel helemaal naar boven.
Knoopsgaten maken in stretchstof Plaats bij het maken van knoopsgaten in stretchstof een zware draad of koord onder de knoopsgatenvoet. Bevestig de knoopsgatenvoet en plaats de draad op de achterkant van de persvoet. Breng de twee uiteinden van de zware draden voor de voet en plaats ze in de groeven, waar u ze tijdelijk vastmaakt.
Knopen aannaaien Vervang de persvoet door de knoopaan- naaivoet. Schakelaar voor het omhoog of omlaag zetten van de transporteur bewegen om de transporteur omlaag te zetten. Stand omlaag Leg de stof onder de voet. Knop op de gewenste positie zetten en de persvoet omlaag zetten.
Stoppen Stop een klein gaatje of scheur voordat deze groter wordt om een kledingstuk te behouden. Kies een fijn garen in een kleur die het meest lijkt op uw kledingstuk. Rijg de bovenste en onderste stof aan elkaar. Kies de naaldpositie. Laat de pers- voet zakken boven het midden van de scheur.
Pagina 55
Plaats de stof dusdanig dat de naald 2 mm voor het punt staat waar u met stoppen wilt beginnen en laat dan de persvoet zakken. Houd voordat u de persvoet laat zakken de voorkant van de persvoet met uw linkerhand vast om hem recht te hou- den;...
Ritssluiting inzetten Deze voet kan worden ingesteld om beide kanten van de rits te naaien. De rand van de voet leidt de rits zodat deze recht wordt geplaatst. Opgelet: De ritsvoet dient uitsluitend te worden gebruikt voor recht stikken. De naald 1.0~3.0 kan de persvoet mogelijk raken en bre- ken als andere steken worden gebruikt.
- Om de rits heen stikken Let op: Zorg er tijdens het naaien voor dat de naald de rits niet raakt, want de naald kan hierdoor buigen of breken. - Verwijder de rijgsteken en pers. Inzetten van ritssluiting aan de zijkant - Plaats de goede kanten van de stof tegen elkaar.
Pagina 58
- Bevestig de ritsvoet. Bevestig de rechterkant van de pen van de pers- voet op de houder als u de linkerkant van de rits naait. Bevestig de linker- kant van de pen van de persvoet op de persvoethouder als u de rechter- kant van de rits naait.
Satijnsteek Gebruik de satijnsteekvoet waarmee u sa- tijnsteken en decoratieve steken kunt naaien. Deze voet heeft een volledige inkeping op de onderkant om eenvoudiger te naaien over de dikte van de steken die wordt gevormd door dicht op elkaar gestikte zigzagsteken en een gelijkmatig transport van de stof.
Rimpelen De rimpelvoet wordt gebruikt om stof te rimpelen. Ideaal voor zowel kleding als woningdecoratie. Het werkt het beste op dunne tot middelzware stoffen. - Stel de steekselectieknop in op rech- te steek. - Haal wat spanning van de boven- draad zodat de onderdraad op de onderkant van het materiaal ligt.
Smocken De decoratieve steek die wordt gevormd door over rimpelingen heen te stikken of te borduren, wordt smocken genoemd. Deze wordt gebruikt voor de decoratie van voorpanden van bloezen of manchetten. De smocksteek geeft de stof textuur en elasticiteit. 13 14 Zet de steeklengte op het maximum en de spanning lager dan 2.
Uit de vrije hand stoppen, borduren en monogrammen Borduren en monogrammen voorbereiden * De machine wordt niet geleverd met borduurring. Schakelaar voor het omhoog of omlaag zetten van de transporteur bewegen om de transporteur omlaag te zetten. Stand omlaag Verwijder de persvoet en de persvoethou- der.
Stoppen Naai eerst rond de randen van het gat (om de draden vast te zetten). Naai van links naar rechts over het gat in een constante en voortdurende beweging. Draai het werk met een kwart en naai over het eerste stikwerk waarbij u het werk lang- zamer over het gat heen beweegt om de draden af te scheiden en geen grote gaten tussen de draden te laten vormen.
Monogrammen Naai op voortdurende snelheid en beweeg de borduurring langzaam langs de belettering. Zet de letter vast met een paar afhecht- steken aan het einde van het ontwerp.
Quilten Het in vlakken op elkaar naaien van boven- en onderlagen van stof wordt "Quilten" genoemd. De bovenlaag wordt doorgaans gevormd door verschillende geometrisch gevorm- de stukken stof die aan elkaar worden genaaid. Randgeleider plaatsen 00 02 3.0~4.0 Steek de randgeleider in de pers- voethouder zoals afgebeeld en stel naar wens de afstand in.
Stukken stof aan elkaar maken 1.0~3.0 Plaats de twee stukken stof met de 1/4" goede kant naar elkaar en naai met een rechte steek. Naai de stukken stof samen met een naadtoeslag van 1/4". Naai met de zijkant van de persvoet langs de rand van de stof.
Applique Applique 1.0~3.0 3.5~5.0 Knip de applicatie uit en rijg hem op de stof. Naai langzaam rond de rand van het ontwerp. Aaneennaaien Snij het overtollige materiaal buiten het stikwerk af. Zorg dat u geen steken uithaalt. Verwijder de rijgdraad.
Fagotsteek De steek die wordt gebruikt om kruiselings over een openstaande naad te naaien wordt "fagotsteek" genoemd. Deze wordt gebruikt op bloezen en kinderkleding. Deze steek is decoratiever als een dikker garen wordt gebruikt. - Houd de gevouwen randen van de stukken stof 4 mm uit elkaar en naai ze met rijgsteek op een dun stuk pa- pier of wateroplosbaar verstevigend...
Schulpsteek Het herhalende golfpatroon dat op schelpjes lijkt, heet schulpsteek. Deze wordt gebruikt om bloeskragen en randen van gebreide projecten af te werken. Geborduurde schulprand. Stik langs de rand van de stof, maar er niet rechtstreeks op. Besproei voor betere resultaten stijfsel op de stof en pers het voor het naaien met een heet strijkijzer.
Geheugen Gecombineerde patroonsteken kunnen worden opgeslagen voor later gebruik. Omdat opgeslagen steekpatronen nadat de naaimachine wordt uitgeschakeld niet verloren gaan, kunnen ze op elk moment worden opgeroepen. Dit is handig voor steekpatronen, zoals namen, die vaak gebruikt worden. Let op: - De machine heeft een programmageheugen dat 30 steken kan onthouden.
Pagina 71
Gebruik de pijl " " of " "-knop om te zien wat u heeft geprogram- meerd. Druk op de " "-knop om de geheu- genmodus te verlaten en terug te gaan naar de directe modus. Opgelet: Het gekozen steekpatroon wordt uit de geheugenmodule gewist nadat u de ma- chine uitschakelt, als u niet nogmaals op de "...
Pagina 72
Opgeslagen patronen oproepen en naaien Druk op de " "-knop om in het geheugen te gaan. De machine staat op de eerste gepro- grammeerde steek. Druk op het voetpedaal. De machi- ne begint te naaien vanaf het eerste ingevoerde steekpatroon. Op het LCD-scherm worden de steekgegevens aangeduid.
Pagina 73
Druk op de " "-knop om de geheu- genmodus te verlaten en terug te gaan naar de directe modus.
Waarschuwingsfuncties Gebruiksaanwijzing op het scherm Neerhalen van de knoopsgathendel Als u een knoopsgatpatroon of stoppa- troon kiest, laat de afbeelding van de knoopsgathendel op het LCD-scherm weten dat u de knoopsgathendel naar beneden moet halen. Spoelen Als de spoelwindpen voor spoelen wordt geactiveerd (in de rechterpositie), verschijnt ter herinnering deze afbeel- ding op het LCD-scherm.
Onderhoud Opgelet: Trek de stroomkabel uit het stopcontact voordat u hte scherm en de buitenkant van de naaimachine schoonmaakt, want dit zou anders kunnen leiden tot letsel of een elektrische schok. LCD-scherm reinigen Als het voorpaneel vuil is, veegt u dit voorzichtig af met een zachte en droge doek.
Pagina 76
Grijper reinigen Pluizen en stukken draad kunnen zich in de haak ophopen en de soepele werking van de machine beïnvloeden. Controleer dit regelmatig en reinig het stikmechanis- me indien nodig. Opgelet: Ontkoppel de machine van het stopcontact voordat u onderhoudswerk uitvoert. Verwijder de spoeldeksel en de spoel.
Problemen oplossen Controleer de volgende items voordat u de servicemonteur belt. Neem contact op met de winkel waar u het product heeft gekocht of de dichtstbijzijnde erkende dealer als het probleem aanhoudt. Probleem Oorzaak Correctie Referentie 1. De machine is niet juist 1.
Pagina 78
Probleem Oorzaak Correctie Referentie 1. De machine is niet correct 1. Controleer de inrijging. ingeregen. 2. Het spoelhuis is niet correct 2. Voorzie het spoelhuis van van garen voorzien. garen zoals afgebeeld. Losse steken 3. De combinatie van naald/ 3. De naaldgrootte moet afge- stof/garen is onjuist.
Verwijdering Gooi elektrische apparaten niet weg met het ongesorteerde gemeenteafval, maar maak gebruik van aparte inzamelpunten. Neem contact op met uw plaatselijke gemeente voor informatie over de beschik- bare inzamelsystemen. Indien elektrische apparaten worden weggegooid op vuilnisbelten of stortplaat- sen, kunnen er gevaarlijke substanties in het grondwater lekken en in de voed- selketen terechtkomen, waar ze uw gezondheid en welzijn kunnen schaden.