Pagina 1
S C H M E TZ I N S I D E VERITAS Florence VERITAS Florence Manual Handleiding...
Pagina 2
The horror, that Florence Nightingale D e v e r s c h r i k k i n g w a a r F l o r e n c e...
Pagina 4
Beste klant, We feliciteren u met de aankoop van uw computergestuurde naaimachine. U heeft een kwaliteitsproduct gekocht dat met de grote zorg is vervaardigd en, in- dien goed onderhouden, u vele jaren van dienst zal zijn. Wij vragen u voordat u het apparaat voor de eerste keer gebruikt, de handleiding zorgvuldig door te lezen en goed te letten op de veiligheidsinstructies.
Pagina 5
Belangrijke veiligheidsinstructies Bij het gebruik van een elektrisch apparaat moet altijd aandacht besteed worden aan de veiligheid, onder andere aan de volgende standaard veiligheidseisen: Lees alle instructies door voordat u deze naaimachine gaat gebruiken. GEVAAR -Zo vermindert u het risico op een elektrische schok: 1.
Pagina 6
maar aan de stekker. 13. Als het led defect of beschadigd is, moet het worden vervangen door de pro- ducent, zijn servicemonteur of een soortgelijk erkend persoon om gevaar te voorkomen. 14. Plaats nooit iets op het pedaal. 15. Gebruik de machine nooit als de ventilatiegaten afgedekt zijn. Houd de venti- latiegaten van de machine en het voetpedaal vrij van stof, foezel en resten.
Pagina 7
Correct gebruik Gevaar! Elektrische schok door vochtigheid De naaimachine dient uitsluitend te worden bewaard en gebruikt in droge ruimtes. Vochtigheid en damp kunnen een elektrische schok veroorzaken. Gevaar! Oogletsel door een gebroken naald Er mogen uitsluitend zachte en flexibele stoffen worden genaaid. De machine is niet bestemd voor het naaien van materialen zoals dik, hard of inflexibel leer, zeildoek, canvas, enz.
Pagina 8
Reparaties moeten worden uitgevoerd door de technische dienst. Schade, aanpassingen of het gebruik van niet-originele accessoires kan leiden tot letsel. Gevaar! Risico op letsel door storingen of aanpassingen. De machine mag niet worden aangepast. Reparaties moeten worden uitgevoerd door de technische dienst. Schade, aanpassingen of het gebruik van niet-originele accessoires kan leiden tot letsel.
Pagina 9
Inhoud Machine-introductie Overzicht apparaatonderdelen ....................1 Accessoires ..........................2 Standaard ............................... 2 Optioneel ..............................2 Machine aansluiten op stroomvoorziening................3 Informatie over gepolariseerde stekker ....................3 Voetpedaal (in naaistand) ........................3 Displayinstructie ........................4 Scherm ..............................4 Statusaanduiding ........................... 6 Machine-instellingen Naaitafel ............................
Pagina 11
Strijkvlieseline ............................68 Overzicht borduurunit ......................69 Overzicht borduurring ......................70 De borduurring voorbereiden ....................70 Bevestigen van een versteviging op de stof ..................70 Stof in de ring plaatsen ........................71 Snel ontgrendelapparaat gebruiken ..................... 72 Borduurblad gebruiken ......................... 73 Borduurproces Stap 1.
Pagina 13
Overzicht apparaatonderdelen ① Draadhevel ② Regelknop persvoetdruk ③ Knop voor automatisch afhechten „Auto-Lock“ ④ Knop voor de draadsnijder ⑤ Knop voor achterwaarts naaien ⑥ Start/Stop-knop ⑦ Draadsnijder ⑧ Aanschuiftafel en accessoirebox ⑨ Transporteur ⑩ Knop naaldstop omlaag/omhoog ⑪ Schakelknop voor groep ⑫...
Pagina 14
Accessoires De accessoires kunnen worden opge- borgen in de bergruimte voor acces- soires. v Standaard ① Universele naaivoet ② Ritsvoet ③ Knoopsgatenvoet ④ Cordonvoet ⑤ Knoop-aannaaivoet ⑥ Blindezoomvoet ⑦ Overlockvoet ⑧ Stop/borduurvoet ⑨ Spoeltjes (3x) ⑩ Geleider voor doorstikken/quilten ⑪ Garenpen (groot) ⑫...
Pagina 15
Machine aansluiten op stroomvoorziening n Opgelet Zorg er altijd voor dat de stekker van de naaimachine uit het stopcontact is getrok- ken en de hoofdschakelaar uitstaat (‘O’) als de machine niet wordt gebruikt en voordat er onderdelen worden geplaatst of verwij- derd.
Pagina 16
Displayinstructie v Scherm Werkingsstand Pagi- Scherm Gewoonlijk Spoelen De spoelwindpen bevindt zich aan de rechterkant voor het opwinden van 10-12 de spoel. Duw de pen naar links om te naaien. Raadpleeg het hoofdstuk ‘Spoelen’ voor meer informatie. Pagi- Scherm Borduurstand Routerstand (AP) begint In deze stand verbindt de machine via de router met het mobiele appa- raat.
Pagina 17
Fout onderdraad De onderdraad is gebroken of raakt snel op. Vervang de onderdraad en vul hem aan. 10-12 Raadpleeg het hoofdstuk ‘Spoelen’ en ‘Spoeltje plaatsen’ voor meer informatie. Overbelastingsbeveiliging motor De motor wordt overbelast door vastgelopen garen of de stoffen zijn te dik om doorheen te komen.
Pagina 18
v Statusaanduiding Display Gewoonlijk Naaistand Borduurstand Als de bovendraad Constant fel: Machine is Constant fel: Machine is breekt, stopt de motor. gereed voor naaien; druk gereed voor borduren; Het groene lampje knip- op de start/stopknop om druk op de start/stopknop pert 3 maal en gaat dan onmiddellijk met naaien om onmiddellijk met bor-...
Pagina 20
Naaitafel Houd de naaitafel horizontaal en trek hem daarna naar links om hem uit de machine te verwijderen. Bevestig de naaitafel door hem naar rechts te duwen. De binnenruimte van de naaitafel wordt ge- bruikt als accessoiredoos. v Naaien met de vrije arm Naaien met de vrije arm is handig voor koker- vormige delen zoals broekzomen en mouwen.
Pagina 21
Tweestaps persvoetlichter Met de persvoetlichter brengt u de persvoet omhoog en omlaag. Bij het naaien van meerdere lagen dikke stof kan de persvoet met de hand hoger worden gezet om voldoende ruimte voor uw naaiwerk vrij te maken. Opmerking De naald moet altijd op de hoogste stand staan.
Pagina 22
Spoelen Volg de nummervolgorde op en bekijk hieronder de bijbehorende afbeeldingen. 1. Garenklos en garenschotel op de ga- renpen plaatsen. Kies voor een betere naaikwaliteit een garenpen met de juiste maat voor het garen en bevestig deze naast de spoel. ①...
Pagina 23
6. Duw de spoel naar rechts. Als de spoel- windpen naar rechts wordt geduwd, ver- schijnt ‘SP’ op het display. 7. Houd het uiteinde van de draad met de hand vast. Trap op het voetpedaal (alleen in de naaistand) of druk lang op de start/ stop-knop om de spoel te laten draaien.
Pagina 24
Spoeltje plaatsen n Opgelet Zet de aan-/uitschakelaar op uit (‘O’). Om het spoeltje te kunnen plaatsen of verwij- deren, moeten de naald en de persvoet hele- maal naar boven staan. Open de deksel van de spoel door de ont- grendelknop rechts in te duwen. ①...
Pagina 25
Bovendraad inrijgen Volg de nummervolgorde op en bekijk hieronder de bijbehorende afbeeldingen. Het is van belang om de draad zorgvuldig in te rijgen om een kwalitatief naairesultaat te krijgen. Er kunnen anders verschillende problemen ontstaan. 11-14 1. Zet de aan-/uitschakelaar aan (‘I’). Zet de persvoet omhoog.
Pagina 26
4. Trek het garen van de spoel en plaats het garen tussen de bovendraadgeleider. 5. Leid de draad naar voren en trek hem door de draadgeleider, zoals afgebeeld. 6. Leid de draad verder in de zilverkleurige schijven om de draad correct gespannen te houden.
Pagina 27
10. Laat de persvoethendel neer. 11. Laat de hendel helemaal naar beneden. Als u een klikgeluid hoort, staat hij op de juiste positie om de naald in te rijgen en de haakpin door het oog van de naald te steken. ①...
Pagina 28
Onderdraad ophalen Haal voor het naaien van de rimpel- of smocksteek eerst de onderdraad op volgens on- derstaande aanwijzing. Houd de bovendraad met de linkerhand vast. Draai het handwiel naar u toe (linksom) om de naald te laten zakken onder de naaldplaat en haal hem daarna op om de onderdraad om- hoog te halen.
Pagina 29
Naald verwisselen Verwissel de naald regelmatig, zeker als deze tekenen van slijtage vertoont of problemen veroorzaakt. n Opgelet Zet de aan-/uitschakelaar uit (‘O’) als u de onderstaande handelingen uitvoert! Draai het handwiel naar u toe om de naald omhoog te halen en draai dan de klemschroef van de naald los om de naald te verwijderen.
Pagina 30
Geschikte naald, garen en stof kiezen NAALDGROOT- STOFFEN GAREN Lichtgewicht stoffen: 65/9 - 75/11 Dun katoenen garen, nylon, polyester of katoenen garen met dunne katoen, voile, serge, zijde, polyester kern. mousseline, Qiana interlocks, ge- breide katoen, tricot, jersey, crêpe, gewoven polyester, overhemden- en bloezenstof.
Pagina 31
Persvoetje vervangen n Opgelet Zet de aan-/uitschakelaar uit (‘O’) als u een van onderstaande handelingen uitvoert! v De persvoet verwijderen Zet de persvoet omhoog. Duw op de achter- hendel om de persvoet los te krijgen. ① Hendel v Persvoet bevestigen Laat de persvoethendel neer totdat de uitspa- ring bij de pen komt.
Pagina 32
Naaldplaat verwisselen n Opgelet Zet de aan-/uitschakelaar op uit (‘O’). Alleen specifieke rechte steken zijn van toepassing bij gebruik van de naaldplaat voor rechte steken (steekpatroon 01, 03 en De plaat voor rechte steken wordt aanbevolen voor de borduurstand om betere borduurkwa- liteit te krijgen.
Pagina 33
Ophalen of neerlaten van de transporteur De transporteurhendel kan worden gezien op de basis aan de voorkant van de naaimachi- Schuif de transporteurhendel om de transpor- teur naar boven of beneden te bewegen. Als de hendel in de hoogste positie staat, zal de transporteur tijdens het naaien automatisch naar boven komen.
Pagina 34
Draadspanning De juiste drukinstelling is belangrijk voor het naaien. De spanning moet worden aange- past afhankelijk van het soort steek, het garen en de stof. Basisinstelling van de draadspanning: ‘4’. 1. Druk op de steekinstellingsknop om de draadspanning te wijzigen. 2.
Pagina 36
Functietoetsen 1. Start/Stop-knop Druk lang op de start/stop-knop om de ma- chine te laten draaien. Druk weer op de start/ stop-knop om de machine te stoppen. De naaimachine naait in het begin langzaam. De naaisnelheid kan worden geregeld met de snelheidsregelschuif.
Pagina 37
3. Knop naaldstop omlaag/omhoog Met de naaldstop omlaag/omhoog en in de naaistand bepaalt u of de naald op de hoog- ste of de laagste stand (in de stof) stopt als u met naaien stopt. Opmerking Duw tijdens het naaien op de knop om de naald omhoog/omlaag te halen en de ma- chine stopt automatisch.
Pagina 38
6. Schakelknop voor groep (in naaistand) Druk op de schakelknop voor groep om te wisselen van de steekpatronen in groep A naar steekpatronen in groep B. ① Steekpatronen groep A ② Steekpatronen groep B Raadpleeg voor details de stekentabel. 6.1 Schakelknop verbindingsmodus (in borduurstand) Druk op de schakelknop verbindingsmodus om de punt-tot-punt-modus of routermodus te...
Pagina 39
8. Knoppen voor waarde-instelling De knop +/- kan de naaiwaarden aanpassen (steeknummer / steeklengte / steekbreedte / draadspanning) 9. Snelheidsregelschuif De snelheidsregelschuif kan de naaisnelheid regelen. Schuif de hendel naar rechts om de snelheid op te voeren. Schuif de hendel naar links om de snelheid te verlagen.
Pagina 40
Steeklengte en -breedte wijzigen v Steeklengte wijzigen Wanneer u een steek selecteert, worden de aanbevolen waarden van de steeklengte automatisch ingesteld en weergegeven op het LCD-scherm. 1. Druk op de steekinstellingsknop om naar de steeklengtestand te schakelen. 2. Druk op de ‘–’-knop om de steeklengte in te korten.
Pagina 46
Rechte steek Zorg er bij het naaien van rechte steken voor dat u de plaat voor rechte steken gebruikt om een beter naairesultaat te krijgen. Universele naaivoet gebruiken. 03 04 Stel het steekpatroon in zoals afgebeeld. 1. Druk op de steekinstellingsknop om naar de steeklengtestand te schakelen.
Pagina 47
Zigzagsteek De universele naaivoet of cordonvoet gebrui- 06 07 08 ken. Stel het steekpatroon in zoals afgebeeld. 1. Druk op de steekinstellingsknop om naar de steekbreedtestand te schakelen. 2. De breedte kan worden aangepast door te drukken op de knoppen ‘+’ en ‘-’. De breedte kan deze steekpatronen worden verkleind.
Pagina 48
Met naaien beginnen Zorg dat u de naald/stof/draad-combinaties opvolgt en gebruik voordat u gaat naaien de aanbevolen persvoet. 1. Zet de aan-/uitschakelaar aan (‘I’). 2. Duw de knop om de naald naar boven/be- neden te bewegen in om de naald op de hoogste stand te zetten.
Pagina 49
7. Druk het voetpedaal langzaam in of druk op de start/stop-knop om met naaien te beginnen. Laat het voetpedaal los of druk nogmaals op de start/stop-knop om de machine te stoppen. Opmerking U kunt achteruit naaien gebruiken voor naadstoppen en naden te versterken door de knop voor achteruit naaien in te druk- ken.
Pagina 50
Handige vaardigheden Hieronder worden verschillende manieren beschreven om betere resultaten te verkrijgen voor uw naaiprojecten. Raadpleeg deze tips bij uw naaiprojecten. Het resultaat is afhankelijk van de soorten stoffen en steken. Gebruik dezelfde stof die voor het project wordt gebruikt en doe vooraf een naaitest. Gebruik voor het proeflapje dezelfde stof en garen als die u gebruikt voor uw project en contro- leer de draadspanning en de lengte en breedte van de steek.
Pagina 51
v Hoeken naaien Stop zodra u bij de hoek bent. Laat de naald neer in de stof. Zet de persvoet omhoog. Gebruik de naald als spil om de stof 90° te draai- en. Laat de persvoet zakken en ga verder met naaien.
Pagina 52
v Naaien van dikke stoffen De zwarte knop aan de rechterkant voor de universele voet blokkeert de persvoet hori- zontaal als de knop voor het laten zakken van de persvoet wordt ingedrukt. Zo ontstaat een gelijkmatiger transport bij het begin van een naad en bij het naaien van meerdere lagen stof (naden, jeanszomen enz.).
Pagina 54
Stretchsteek Gebruik deze steek bij gebreide tricot of andere stretchstoffen. Deze steek laat u uw naad uitrekken zonder de draad te breken. Ideaal voor elastische stoffen en gebreide stoffen. Ook zeer geschikt voor sterke stiksels op zware stoffen zoals jeans. Deze steken kunnen ook heel goed gebruikt worden als decoratieve randafwerking.
Pagina 55
Stretchstof en elastische band naaien Als er aan een mouw of pand van een kledingstuk elastische band wordt bevestigd, is het resultaat uitgerekte elastische band. Hiervoor is het nodig dat er een stuk elastische band van geschikte lengte wordt gebruikt. Universele naaivoet gebruiken.
Pagina 56
Overlocksteek Door overlocksteken langs de rand van de stof te gebruiken wordt rafelen voorkomen. v De universele naaivoet gebrui- 07 11 2.0~3.0 2.5~5.0 Universele naaivoet bevestigen. Plaats bij het stikken van randen de persvoet zo op de stofrand dat de rechte insteek van de naald net op de rand stikt.
Pagina 57
Blinde zoom Zet de onderkanten van rokken en broeken vast met een blinde zoom. Deze steek naait met een onzichtbare steek aan de goede kant van de stof. De blindezoomvoet gebruiken. 13 15 13: Blindzomen op stevige stoffen. 1.0~2.0 2.5~4.0 15: Blindzomen op stretchstoffen.
Pagina 58
Knoopsgaten naaien Knoopsgaten kunnen worden aangepast aan de grootte van de knoop. Het wordt voor stretchstof of dunne stof aangeraden een versteviger te gebruiken om een beter knoopsgat te krijgen. Verminder enigszins de spanning van de bovendraad om betere resultaten te krijgen. De knoopsgatenvoet gebruiken.
Pagina 59
Zet de knoopsgathendel volledig naar bene- den en plaats hem achter de beugel op de knoopsgatenvoet. ① Knoopsgathendel ② Beugel Houd het uiteinde van de bovendraad licht vast en begin met naaien. Trek twee lijnen bij elkaar. Opmerking Leid de stof met de hand. Nadat het knoopsgat is genaaid en voordat de machine stopt, zal de machine automa- tisch een paar afhechtsteken naaien.
Pagina 60
v Knoopsgaten maken in stretch- stof 25: Voor grove jeans of stretchstof Plaats bij het maken van knoopsgaten in stretchstof een zware draad of koord onder de knoopsgatenvoet. Bevestig de knoopsgatenvoet. Breng de uiteinden van de zware draden voor de voet en plaats ze in de groeven, waar u ze tijdelijk vastmaakt.
Pagina 61
Oogjessteek Gaatjessteken worden gebruikt om gaten in ceintuurs te maken en ander soortgelijke toe- passingen. De cordonvoet gebruiken. Druk op de regelknop voor de steekbreedte ‘-’ of ‘+’ om de gaatjesgrootte te selecteren. ① Klein: 5,0 mm ② Medium: 6,0 mm ③...
Pagina 62
Knopen aannaaien De naaimachine kan knopen aannaaien. Er kunnen knopen met 2 of 4 gaten worden aan- gezet. De knoop-aannaaivoet gebruiken. Schakelaar voor het omhoog of omlaag zetten van de transporteur bewegen om de trans- porteur omlaag te zetten. ① Stand omlaag Leg het werk onder de voet en plaats de knoop op de gewenste positie.
Pagina 63
Ritssluiting inzetten Deze voet kan worden ingesteld om beide kanten van de rits te naaien. De rand van de voet leidt de rits zodat deze recht wordt geplaatst. De ritsvoet gebruiken. 1.5~3.0 n Opgelet De ritsvoet dient uitsluitend te worden gebruikt voor recht stikken.
Pagina 64
Om de rits heen stikken. Verwijder de rijgste- ken en pers. v Inzetten van ritssluiting aan de zijkant Plaats de goede kanten van de stof tegen elkaar. Naai een ondernaad van 2 cm vanaf de rechterkant van de stopstand onderaan de rits.
Pagina 65
Draai de stof naar de goede kant. Bevestig de linker naaipen om de rechterkant van de rits te naaien. Stik over het onderste deel en rechterkant van de rits. ① Onderste deel Stop de machine op ongeveer 5 cm van de bovenkant van de rits.
Pagina 66
Cordonsteek naaien Gebruik de cordonvoet waarmee u cordonsteken en decoratieve steken kunt naaien. De cordonvoet gebruiken. 30 31 36 37 Opmerking Als u zeer lichte stoffen naait, wordt aanbe- 39 40 44 45 volen vlieseline of een versterkend materi- aal aan de achterkant van de stof te gebrui- ken.
Pagina 67
Smocken De decoratieve steek die wordt gevormd door over rimpelingen heen te stikken of te bor- duren, wordt smocken genoemd. Deze wordt gebruikt voor de decoratie van voorpanden van bloezen of manchetten. De smocksteek geeft de stof textuur en elasticiteit. De cordonvoet gebruiken.
Pagina 68
Uit de vrije hand stoppen, borduren en monogrammen v Borduren en monogrammen voorbereiden * De machine wordt niet geleverd met bor- duurring. Schakelaar voor het omhoog of omlaag zetten van de transporteur bewegen om de trans- porteur omlaag te zetten. ①...
Pagina 69
v Stoppen Naai eerst rond de randen van het gat om de draden vast te zetten. Naai van links naar rechts over het gat in een constante en voort- durende beweging. Draai het werk met een kwart en naai over het eerste stikwerk waarbij u het werk langza- mer over het gat heen beweegt om de draden af te scheiden en geen grote gaten tussen de...
Pagina 70
Quilten Het in vlakken op elkaar naaien van boven- en onderlagen van stof wordt ‘Quilten’ ge- noemd. De bovenlaag wordt doorgaans gevormd door verschillende geometrisch ge- vormde stukken stof die aan elkaar worden genaaid. De universele naaivoet gebruiken met rand- geleider.
Pagina 71
De universele naaivoet of cordonvoet gebrui- 18 19 ken. v Patchwork Plaats de twee stukken stof met de goede kant tegen elkaar en naai met een rechte steek. Open de naaitoeslag en duw deze plat. ① Achterkant van de stof Plaats op de goede kant van de stof het mid- den van de persvoet op de naadlijn van de samengevoegde stukken stof en stik over de...
Pagina 72
Applique U kunt applique (applicaties) creëren door verschillende stukken stof in een vorm te knip- pen en deze als decoratie gebruiken. Universele naaivoet gebruiken. 1.0~3.0 3.5~5.0 Knip de applicatie uit en rijg hem op de stof. Naai langzaam rond de rand van het ontwerp. ①...
Pagina 73
Schulpsteek Het herhalende golfpatroon dat op schelpjes lijkt, heet schulpsteek. Deze wordt gebruikt om bloeskragen en randen van gebreide projecten af te werken. De cordonvoet of universele naaivoet gebrui- ken. v Geborduurde schulprand. Stik langs de rand van de stof, maar er niet rechtstreeks op.
Pagina 75
Snelle borduurgids 75/11* * Raadpleeg pagina ‘Geschikte naald, garen en stof kiezen’ en ‘Naald verwisselen’ voor meer informatie.
Pagina 77
Belangrijke borduurinformatie v Borduurgaren Een goede kwaliteit garen is voor borduren van essentieel belang om te voorkomen dat de steken slecht vormen, de naald breekt, enz. U krijgt mooie borduurresultaten bij gebruik van 40wt glanzend rayon of polyester borduurgaren als bovendraad. Deze zijn verkrijgbaar in een grote verscheidenheid aan kleuren voor prachtig borduurwerk.
Pagina 78
Stop- en borduurgaren Fijn gemerceriseerd katoenen garen dat geschikt is voor borduurwerk op katoen. Opmerking In de meeste gevallen is onderdraad voor borduren wit of zwart. Sommige speciale gevallen hebben voor de boven- en onderdraad hetzelfde garen nodig. v Verstevigend materiaal Afscheurbare versteviging Het teveel aan materiaal is eenvoudig af te scheuren.
Pagina 79
v Spuitlijm Vermijd het gebruik van spuitlijm in de buurt van uw borduurmachine. Houd bij het gebruik van de spuitlijm ongeveer 25-30 cm afstand. Gebruik de spuitlijm voorzichtig. Bespuit het verstevigend materiaal en plak voorzichtig aan de achterkant van het materiaal. Strijk het om kreuken te voorkomen.
Pagina 80
v Strijkvlieseline Strijkvlieseline is verkrijgbaar in vele maten. De strijkvlieseline moet worden gekozen naar ge- lang het materiaal dat wordt gebruikt. Gebruik strijkvlieseline dat eenvoudig van het materiaal kan worden verwijderd. Breng de strijkvlieseline aan op de achterkant van het materiaal en pers het. Toepassing: Gebruik een geschikt verstevigend materiaal en knip dit in een grotere vorm dan uw borduur- patroon.
Pagina 81
Overzicht borduurunit ① Borduurmechanisme ② Ontgrendelknop voor borduurunit ③ Vastzethendel voor ring ④ Houder voor borduurring ⑤ Detectieapparaat borduurunit Opmerking Raak het detectieapparaat van de borduurunit niet aan. De aanslui- ting kan beschadigen en dit kan er storingen veroorzaken. Oefen geen druk uit op het borduur- mechanisme en til het niet op.
Pagina 82
Overzicht borduurring ① Binnenring ② Middenmarkeringen ③ Driehoekmarkering ④ Buitenring ⑤ Aansluting borduurring ⑥ Markeringen ringmaat ⑦ Bevestigingsschroef ⑧ Snel ontgrendelapparaat De borduurring voorbereiden v Bevestigen van een versteviging op de stof n Opgelet Gebruik bij het borduren altijd een verstevi- gend materiaal.
Pagina 83
Plaats bij gebruik van klevende versteviging de plakkant van het verstevigende materiaal tegen de achterkant van de stof en strijk het. ① Achterkant van de stof ② Verstevigend materiaal ③ Klevend oppervlak v Stof in de ring plaatsen n Opgelet Dikke lagen stof en versteviging kunnen overgeslagen steken, gebroken draden, naalden en beschadiging aan de borduur-...
Pagina 84
Plaats de binnenring op de stof en duw het stevig aan totdat ze goed in de buitenring pas- sen. Als de binnenring niet juist past, draait u de bevestigingsschroef van de buitenring los en past u deze aan. Als de stof en binnenring goed in de buiten- ring passen, trekt u de stof van de vier kanten die met pijlen zijn gemarkeerd, zodat de stof strak in de ring gespannen is.
Pagina 85
v Borduurblad gebruiken Maak met een krijtje een markering in het midden van de positie van het patroon dat wordt geborduurd. Draai de bevestigingsschroef los of open het snelle ontgrendelapparaat (als voor het bor- duren dezelfde stof wordt gebruikt). Scheid de binnen- en de buitenring. ①...
Pagina 86
Plaats de binnenring op de stof en duw het stevig aan totdat ze goed in de buitenring pas- sen. Als de binnenring niet juist past, draait u de bevestigingsschroef van de buitenring los en past u deze aan. Als de stof en binnenring goed in de buiten- ring passen, trekt u de stof van de vier kanten die met pijlen zijn gemarkeerd, zodat de stof strak in de ring gespannen is.
Pagina 88
Stap 1. Voorbereiding op borduren. Zet de aan-/uitschakelaar op uit (‘O’). Zet de persvoet omhoog. Draai de schroef linksom los om de persvoet te verwijderen. ① Schroef ② Persvoet Draai het handwiel naar u toe om de naald omhoog te halen en draai dan de klemschroef van de naald los om de naald te verwijderen.
Pagina 89
Zet de borduurvoethendel naar boven. Til de borduurvoet omhoog en steek hem van links naar rechts in zodat de gleuf in de pers- voetstang past. Duw de borduurvoet nu naar boven totdat hij is uitgelijnd met de schroef. ① Borduurvoet ②...
Pagina 90
Stap 2. De verbinding tot stand brengen v Installatie borduursoftware Zoek ‘Mijn patronen’ op Google Play/Apple Store om de applicatie te downloaden en installeren om de volgende instellingsstappen uit te voeren. Voor de beste gebruikerservaring bevelen wij aan dat u uw tablet gebruikt om te verbinden met de machine voor verder gebruik.
Pagina 91
Stap 2-A. Andere verbindingsmodus: router v De eerste keer dat u instelt Stel voordat u gaat instellen vast dat de omgeving een wifirouter heeft en zorg ervoor dat er internet is om de verbinding tot stand te brengen. Stel de SSID van uw wifitoegangsstation in met Engelse letters of digitale cijfers en maak dan opnieuw verbinding.
Pagina 92
v Verbinding Nadat de instelling van de routermodus is ge- maakt, verbindt de machine de volgende keer automatisch met de router. Als het scherm AP weergeeft en het wifilamp- je gaat knipperen, is de machine gereed om verbinding te maken met de app. Start te app en de verbinding zal automatisch worden gemaakt.
Pagina 93
Stap 2-B. Andere verbindingsmodus: Punt- tot-punt-modus n Opgelet In deze verbindingsmodus kan de inter- netfunctie van het draagbare toestel niet worden gebruikt, noch de downloadfunctie via de cloud. Zet de stroom aan en controleer of het scherm ‘PP’ weergeeft en het tweede lampje brandt.
Pagina 94
Stap 3. Importeren/bewerken van borduurpatroon Laat uw creativiteit de vrije loop met de app en bewerk exclusieve borduurcreaties. De app geeft gebruikers de beste borduurer- varing; u kunt via het draagbare apparaat naar vrije keus en eenvoudig uw favoriete afbeeldingen importeren en creëren. Nadat de bewerking voltooid is, kan deze via wifi worden overgebracht naar de borduurmachi- ne om te gaan borduren en het borduurwerk...
Pagina 95
Stap 4. Installeren van de borduurring Plaats na het borduurbestand te hebben bewerkt de borduurring met de overeenkomstig maat om de voorbereidingen voor borduren te treffen. De borduurring heeft twee ingebouwde maten van respectievelijk 120 x 80 mm en 50 x 70 mm.
Pagina 96
Stap 5. Beginnen met borduren Als de voorbereiding is getroffen kan het borduurbestand via de app worden overge- bracht naar de borduurmachine om te beginnen met borduren. Als de borduurapp het borduurbestand suc- cesvol heeft overgebracht naar de borduur- machine, laat u de persvoet naar beneden en gaat het statuslampje van geel naar groen, wat betekent dat alles gereed is.
Pagina 97
Opmerking Druk om van garen te wisselen op de start/ stop-knop om het borduren te stoppen en druk op de draadsnijderknop om de draad af te knippen. De verschillende kleuren garen moeten diverse keren worden gewisseld volgens het borduurontwerp. Plaats het garen met de overeenstemmende kleur op volgorde.
Pagina 98
v De draadspanning aanpassen Het is belangrijk om bij het naaien met de juiste draadspanning te werken. De span- ning moet worden aangepast afhankelijk van het soort steek, het garen en de stof. Basisinstelling van de draadspanning: ‘4’ Druk als het spanningslampje brandt op de knop voor steekinstelling om de draadspanning tijdens het borduren te wijzigen.
Pagina 99
Stap 6. Terug naar de naaistand v De borduurring verwijderen Zet de persvoet naar boven en zorg dat de naald op de hoogste positie staat. Druk daar- na op de vastzethendel voor de ring om de borduurring naar achter te trekken om deze te verwijderen.
Pagina 101
Onderhoud n Opgelet Trek de stroomkabel uit het stopcontact voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert, want dit zou anders kunnen leiden tot letsel of een elektrische schok. v De buitenkant van de machine reinigen Als de buitenkant van de naaimachine vuil is, week dan een doek in een mild reinigingsmid- del, wring deze goed uit en veeg de buiten- kant schoon.
Pagina 102
Waarschuwingsfunctie v Waarschuwend piepgeluid Juiste werking: 1 piep. Onjuiste werking: 3 korte piepjes. Als de naaimachine problemen heeft en niet kan naaien: 1 lange piep. Dit betekent dat de draad gedraaid of vastge- lopen kan zijn en het handwiel niet kan wor- den bewogen.
Pagina 103
Problemen oplossen Controleer voordat u de servicedienst belt eerst de onderstaande probleemoplossings- aanwijzingen. Als het probleem aanhoudt, neem dan contact op met de dichtstbijzijnde dealer of plaatselijk servicecentrum. Probleem Oorzaak Correctie Referentie 1. De machine is niet juist ingere- 1. Rijg de bovendraad opnieuw 13-15 gen.
Pagina 104
Probleem Oorzaak Correctie Referentie 1. De machine is niet correct 1. Controleer het garen en rijg op- 13-15 ingeregen. nieuw in. 2. Het spoelhuis is niet correct 2. Voorzie het spoelhuis van ga- 10-12 van garen voorzien. ren zoals afgebeeld. Losse ste- 3.
Pagina 105
Probleem Oorzaak Correctie Referentie 1. De machine is niet aangezet. 1. Zet de machine aan. De naaima- 2. De persvoethendel staat om- 2. Laat de persvoethendel neer. chine werkt hoog. niet 3. De machine is niet aangesloten 3. Steek de netstroomkabel in het op de stroom.
Pagina 106
Probleem Oorzaak Correctie Referentie 1. Als de machine wordt gestart 1. De verbinding kon niet ge- in de routermodus, geeft het maakt worden omdat de rou- scherm van de machine ‘E5’ ter mogelijk niet werkt of het van ‘AP’ weer. wachtwoord niet juist is.
Pagina 107
Probleem Oorzaak Correctie Referentie 1. De draadspanning is onjuist. 1. Stel een lagere draadspanning Het borduur- resultaat is 2. Garen van slechte kwaliteit. 2. Kies garen van betere kwaliteit. niet goed bij 3. Er werd een onjuiste naald- 3. Kies een naald van maat 9-11 het naaien grootte gebruikt.
Pagina 115
Gooi elektrische apparaten niet weg met het ongesorteerde gemeenteafval, maar maak ge- bruik van aparte inzamelpunten. Neem contact op met uw plaatselijke gemeente voor informatie over de beschikbare inzamel- systemen. Indien elektrische apparaten worden weggegooid op vuilnisbelten of stortplaatsen, kunnen er gevaarlijke substanties in het grondwater lekken en in de voedselketen terechtkomen, waar ze uw gezondheid en welzijn kunnen schaden.
Pagina 116
010CHA0701(DE) www.facebook.com/veritassewing MyPatterns...