Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Problemen oplossen

Probleem
1. De machine is niet juist ingeregen.
2. De draadspanning is te strak.
3. Het garen is te dik voor de naald.
Bovendraad
4. De naald is niet correct geplaatst.
breekt
5. De draad is rond de garenpen
gewonden.
6. De naald is beschadigd.
1. Het spoelhuis is niet correct geplaatst.
Onderdraad
breekt
2. Het spoelhuis is niet juist van garen voorzien.
3. De onderdraadspanning staat te strak.
1. De naald is niet correct geplaatst.
2. De naald is beschadigd.
Overge
slagen
3. Er werd een onjuiste naaldgrootte gebruikt.
steken
4. De voet is niet goed bevestigd.
5. De machine is niet juist ingeregen.
1. De naald is beschadigd.
2. De naald is niet correct bevestigd.
3. Onjuiste naaldgrootte voor de stof.
Naald
4. Onjuiste voet bevestigd.
breekt
5. De klemschroef van de naald zit los.
6. De gebruikte persvoet is niet geschikt
voor het soort steek dat u wilt naaien.
7. De bovendraadspanning staat te strak.
1. De machine is niet correct ingeregen.
2. Het spoelhuis is niet correct van garen
Losse
voorzien.
steken
3. De combinatie van naald/stof/garen is
onjuist.
4. De draadspanning is onjuist.
Oorza
ak
49
Correctie
1. Rijg de machine opnieuw in.
2. Verlaag de draadspanning (lager nummer).
3. Kies een grotere naald.
4. Verwijder de naald en plaats hem opnieuw
(platte kant naar achteren).
5. Verwijder de spoel en wind het garen
rond de spoel.
6. Vervang de naald.
1. Verwijder het spoelhuis, plaats hem
opnieuw en trek aan het garen. Het
garen moet soepel uitgetrokken kunnen
worden.
2. Controleer de spoel en het spoelhuis.
3. Haal wat spanning van de onderdraad zoals
beschreven.
1. Verwijder de naald en plaats hem opnieuw
(platte kant naar achteren).
2. Bevestig een nieuwe naald.
3. Kies een naald die geschikt is voor het garen.
4. Controleer en bevestig hem correct.
5. Rijg de machine opnieuw in.
1. Bevestig een nieuwe naald.
2. Bevestig de naald correct (platte kant naar
achteren).
3. Kies een naald die geschikt is voor het
garen en de stof.
4. Kies de juiste voet.
5. Gebruik een schroevendraaier om de
schroef aan te draaien.
6. Bevestig de persvoet die geschikt is
voor de steek die u wilt naaien.
7. Haal wat spanning van de bovendraad.
1. Controleer de inrijging.
2. Voorzie het spoelhuis van garen zoals
afgebeeld.
3. De naaldgrootte moet afgestemd zijn op
de stof en het garen.
4. Corrigeer de draadspanning.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave