Gebruiksaanwijzing
PROBLEEM
De machine wil niet starten.
Machine wordt niet met water
gevuld.
De machine vult langzaam.
De machine stopt niet met vul-
len.
De machine gaat niet afwas-
sen.
De waspomp maakt lawaai.
De machine stopt halverwege
de wascyclus en begint met
vullen met water.
De machine reinigt niet goed.
De voorwerpen zijn in de kor-
ven omgevallen.
De afgewassen voorwerpen
drogen niet.
Rhima-webshop.nl
Problemen verhelpen
De volgende alarmberichten kunnen door de operator worden verholpen. Wan-
neer het probleem blijft bestaan, neem contact op met het servicepersoneel.
OORZAAK
De hoofdschakelaar staat uit.
De inkomende waterkraan is dicht.
De kap is open.
De standpijp is niet geplaatst.
De rubbermof van de standpijp dicht niet
af tegen de bodemplaat.
De sproeiers van de naspoelleidingen zit-
ten dicht.
De sproeiers van de naspoelleidingen zit-
ten dicht.
De standpijp is niet geplaatst.
De rubbermof van de standpijp dicht niet
af tegen de bodemplaat.
De kap is open.
Vaat blokkeert de magneet in de kap/luik. Verwijder eventuele vaat.
Laag waterniveau. Schuim in de tank.
De rubbermof van de standpijp dicht niet
af tegen de bodemplaat.
Naspoel- en wassproeiers zijn verstopt
met vuil.
Er is te weinig afwasmiddel.
Het water in de tank is te vies.
Schuimvorming in de tank.
Programma met een te korte wastijd ge-
kozen.
Er is vuil vastgekoekt op de te wassen
voorwerpen.
De voorwerpen zijn onjuist in de korven
geplaatst.
De voorwerpen zijn onjuist in de korven
geplaatst.
Lichte vaat moet worden gewassen.
De spoelsproeiers zijn geblokkeerd.
Te weinig naglansmiddel.
De afgewassen voorwerpen staan nog in
de machine.
WD-6
MAATREGEL
Schakel de hoofdschakelaar in
Open de kraan.
Sluit de kap.
Plaats de standpijp.
Stel de standpijp bij. Controleer of de rub-
bermof niet beschadigd is. Vervang de rub-
bermof indien deze beschadigd is.
Reinig de sproeiers.
Reinig de sproeiers.
Plaats de standpijp.
Stel de standpijp bij. Controleer of de rub-
bermof niet beschadigd is. Vervang de rub-
bermof indien deze beschadigd is.
Sluit de kap.
Controleer het niveau. Ververs het water.
Stel de standpijp bij. Controleer of de rub-
bermof niet beschadigd is. Vervang de rub-
bermof indien deze beschadigd is.
Controleer en reinig de sproeiers.
Controleer de hoeveelheid afwasmiddel. De
slang moet helemaal ondergedompeld zijn
in het afwasmiddel en het filter in de slang
moet schoon zijn.
Ververs het water.
Controleer of de afwastemperatuur niet te
laag is en of het juiste afwasmiddel wordt
gebruikt.
Kies een programma met een langere was-
tijd.
Laat de vaat inweken, voorafgaand aan het
afwassen.
Gebruik het juiste type afwaskorf en acces-
soires zodat de voorwerpen correct worden
geplaatst.
Plaats de voorwerpen in de juiste positie
Gebruik een verzwaringsrooster om de
voorwerpen op hun plaats te houden.
Controleer en reinig de sproeiers.
Controleer de hoeveelheid naglansmiddel.
De slang moet helemaal ondergedompeld
zijn in het afwasmiddel en het filter in de
slang moet schoon zijn.
Haal de afgewassen voorwerpen uit de ma-
chine zodra het programma voltooid is.
46
Rev. 4,0 (201302)
Rhima-webshop.nl