Instelling cassetteformaat
Voer in de copier het papierformaat in dat in iedere cassette aanwezig is. Wanneer het papierformaat
van een cassette wordt gewijzigd (
kopiëren. Het gevolg kan een aanwijzing voor vastgelopen papier zijn indien het verkeerde
papierformaat is geselecteerd.
1
Druk op de
toets om naar het programmamenu
te gaan.
2
Selecteer "01.STANDAARD INSTELLINGEN" en druk
op de
toets.
3
Selecteer "01.MACHINE INSTELLING" en druk op de
toets.
Tip
"03. FAX SETUP" verschijnt alleen op het menu wanneer de
FAX-optie is geïnstalleerd.
4
Selecteer "01.CASSETTE FORMAAT" en druk op de
toets.
Tip
"02. VERVOLGSCHERM" verschijnt alleen op het menu
wanneer de FAX-optie is geïnstalleerd.
5
Druk op de
papiercassette te selecteren die moet worden
gespecificeerd en druk op de
6
Druk op de
papierformaat te selecteren dat in de papiercassette
is geladen en druk op de
• Het papierformaat in de papiercassette wordt
gespecificeerd. Daarna keert het scherm terug naar de
stand MACHINE INSTELLING.
zie pagina 1-8), wijzig dan het cassetteformaat voordat u gaat
of de
toets om de
toetst.
of
de toets om het
toets.
PROGRAM
01.STANDAARD INSTELLINGEN
02.LISTS
03.INITIAL SETUP
STANDAARD INSTELLINGEN
01.MACHINE INSTELLING
02. AFDRUKINSTELLINGEN
03.FAX SETUP
MACHINE INSTELLING
01.CASSETTE FORMAAT
02.VERVOLGSCHERM
03.KLOKFUNCTIES
CASSETTE FORMAAT
01.CASSETTE 1
02.CASSETTE 2
03.CASSETTE 3
kies juiste papierformaat
01.A3
02.FOLIO
03.B4
04.A4
05.A4-R
06.A5-R
07.LT
08.LT-R
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
1-11