3. KOPIËREN EN SORTEREN
Als gekopieerde sets worden uitgevoerd, worden de sets gesorteerd.
1
Voorbeeld: Het maken van 5 gekopieerde sets van 5 originelen
*Kopiëren met handinvoer is in de sorteerstand niet mogelijk.
2
3
Bij gebruik van het automatisch documentinvoersysteem (optioneel) of het automatisch
4
1
Leg de originelen in het invoersysteem.
5
• Bevestig dat "SORT" is weergeven voor "AFWERKING."
2
Indien "AFWERKING:SORT" niet wordt weergegeven,
druk op de toets en selecteer de sorteerstand.
6
• Selecteer "SORT" in het menu AFWERKING door op de
toets te drukken. Druk vervolgens op de
Tip
7
"NON SORT/ STAFFEL" EN "SORTEREN/STAFFELEN" kan
alleen worden geselecteerd wanneer de opvangbin of de
Finisher is geïnstalleerd.
3
Toets met behulp van de numerieke toetsen het
8
gewenste aantal kopieën (sets) in.
4
Selecteer
9
reproductiefactor en afdrukbelichting.
5
Druk op de
• De copier begint met het scannen van het origineel.
10
• Druk op de
onderbreken. Druk op de
door te gaan.
11
• Indien de
scannen is onderbroken, worden de gescande gegevens
12
gewist en wordt het kopiëren en sorteren beëindigd.
Selecteer "JA" of "NEE," en druk op de
• Wanneer alle originelen zijn gescand, begint de copier
automatisch met het kopiëren.
6-4
SELECTIE AFWERKINGSSTAND
document invoer systeem met omkeerinrichting (optioneel)
de
gewenste
toets.
toets om het scannen tijdelijk te
toets om met het scannen
toets weer wordt ingedrukt wanneer het
BEDRIJFSKLAAR
AFWERKING: NIET SORTEREN
toets.
papiercassette,
Druk START voor doorgaan
PAPIER
AFWERKING :SORT
Geheugenopslag wissen
JA
NEE
toets.
1
NON SORT/STAFFEL
SORT
3
:
A4-R
:AUTO
ZOOM :100%
3