– Uitgeschakeld: In deze werkstand wordt het beeldscherm niet
beïnvloed door de instellingen voor energiebeheer.
IDE-stations: Hier kunt u opgeven of energiebeheer voor IDE-stations
ingeschakeld of uitgeschakeld moet worden als de opties voor
energiebeheer worden geactiveerd.
U stelt de voorzieningen voor energiebeheer als volgt in:
1. Start het Configuratieprogramma (zie "Het Configuratieprogramma
starten en gebruiken" op pagina 41).
2. Selecteer Energiebeheer en druk op Enter.
3. Kies APM en druk op Enter.
4. Geef bij Automatisch Energiebeheer voor Hardware Ingeschakeld op.
5. Geef indien nodig waarden op voor de diverse energiebeheeropties
(time-out energiebesparing, systeemenergie, beeldscherm en time-out
beeldscherm 'Uit').
6. Kies Activiteitenmonitor voor spaarstand en druk op Enter.
7. Kies Ingeschakeld of Uitgeschakeld voor het energiebeheer van de
verschillende apparaten.
Opmerking: Als voor alle apparaten de instelling Uitgeschakeld is
8. Druk driemaal op Esc om terug te keren naar het hoofdmenu van het
Configuratieprogramma.
9. Selecteer Instellingen opslaan in het hoofdmenu van het
Configuratieprogramma en druk op Esc. Volg de instructies op het
scherm.
Automatisch inschakelen
Met de voorzieningen voor Automatisch inschakelen in het menu
Energiebeheer kunt u voorzieningen in- en uitschakelen waarmee uw
computer automatisch wordt aangezet. U moet tevens de opstartvolgorde
selecteren die moet worden gebruikt bij de geselecteerde voorziening.
Wake on LAN: U kunt de IBM-voorziening Wake on LAN gebruiken
als uw computer beschikt over software voor netwerkbeheer op afstand
en een netwerkadapter die Wake on LAN ondersteunt. Als Wake on
LAN is Ingeschakeld, wordt de computer aangezet zodra een bepaald
signaal wordt ontvangen van een andere computer op uw LAN.
Raadpleeg voor meer informatie de documentatie die bij uw
netwerkadapter is geleverd.
58
PC 300PL en PC 300GL Handboek voor de gebruiker
opgegeven, moet u de computer opnieuw opstarten om
het systeem uit de spaarstand te laten terugkeren.