U vervangt de batterij als volgt:
1. Zet de computer en alle randapparatuur uit.
2. Ontkoppel het netsnoer en verwijder de kap. Raadpleeg "De kap
verwijderen — desktopmodel" op pagina 65 of "De kap verwijderen —
towermodel" op pagina 70.
3. Kijk waar de batterij zich bevindt. Raadpleeg het label met de
afbeelding van de systeemplaat in de computer voor de precieze plaats
of raadpleeg "Onderdelen van de systeemplaat" op pagina 76.
4. Verwijder, indien nodig, adapters die de toegang tot de batterij
verhinderen. Raadpleeg "Adapters installeren — desktopmodel" op
pagina 81 of "Adapters installeren — towermodel" op pagina 82 voor
meer informatie.
5. Verwijder de oude batterij.
6. Installeer de nieuwe batterij.
7. Plaats adapters die u verwijderd hebt om toegang te krijgen tot de
batterij weer terug. In "Adapters installeren — desktopmodel" op
pagina 81 of "Adapters installeren — towermodel" op pagina 82 leest
u hoe u adapters vervangt.
8. Zet de kap terug en sluit het netsnoer weer aan.
Opmerking: Wanneer de computer voor de eerste keer wordt
9. Zet de computer en alle randapparatuur aan.
10. Stel met behulp van het Configuratieprogramma de datum, tijd en
eventuele wachtwoorden in.
11. Laat gebruikte batterijen verwerken als klein chemisch afval.
aangezet nadat de batterij is vervangen, kan er een
foutbericht worden afgebeeld. Dit is normaal na de
vervanging van de batterij.
Hoofdstuk 6. Probleemoplossing
131