3. Plaats de kap van de computer terug. Meer informatie hierover kunt u
vinden in "Kap terugplaatsen en kabels aansluiten" op pagina 96.
4. Steek de kabel door de beugel en sla hem om een vast object. Maak
vervolgens beide uiteinden van de kabel aan elkaar vast met een slot.
Installatie voltooien
Wanneer u met de opties van de computer hebt gewerkt, installeert u
eventueel verwijderde onderdelen opnieuw, plaatst u de kap terug en sluit
u alle losgekoppelde kabels weer aan, inclusief netsnoeren en telefoonlijnen.
Daarnaast kan het, afhankelijk van de optie die u hebt geïnstalleerd, nodig
zijn om de informatie in het Configuratieprogramma bij te werken.
Hieronder vindt u een korte beschrijving van deze procedures:
"Kap terugplaatsen en kabels aansluiten"
"Bijwerken configuratie" op pagina 98
Kap terugplaatsen en kabels aansluiten
Voer de volgende stappen uit:
1. Controleer of alle componenten weer op de juiste manier in de
computer zijn teruggeplaatst en of alle lossen schroeven en stukken
gereedschap uit de computer zijn verwijderd.
2. Zorg dat er geen kabels in de weg zitten die het terugplaatsen van de
kap verhinderen.
3. Plaats de kap volgens de afbeelding over het frame en schuif de kap
naar voren. Het kan zijn dat u de voorzijde van de kap een beetje moet
optillen om te zorgen dat hij goed aansluit en de gaatjes voor de
schroeven op één lijn liggen.
4. Steek de drie schroeven in de gaatjes in de kap en de systeemkast en
draai ze vast.
5. Vergrendel de kap van de computer met het beveiligingsslot (indien
aanwezig).
6. Sluit de externe kabels en snoeren weer op de computer aan. Raadpleeg
"Aansluitingen desktopmodel" op pagina 12 of "Aansluitingen
towermodel" op pagina 13.
96
PC 300PL en PC 300GL Handboek voor de gebruiker