Configuratiewachtwoord instellen
Belangrijk
Als de voorziening Extra beveiliging is ingeschakeld, is het van het
grootste belang dat u uw configuratiewachtwoord noteert en de notitie
op een veilige plaats bewaart. Als u het configuratiewachtwoord
vergeet, moet de systeemplaat worden vervangen.
Het configuratiewachtwoord voorkomt dat de instellingen in het
Configuratieprogramma door onbevoegden worden gewijzigd. Als u belast
bent met het configureren van diverse computers, is het verstandig met een
configuratiewachtwoord te werken.
Als er een configuratiewachtwoord is ingesteld, verschijnt elke keer als u
probeert het Configuratieprogramma op te roepen een
wachtwoordaanwijzing. Geeft u een onjuist wachtwoord op, dan verschijnt
de mededeling dat het wachtwoord onjuist is. Als u drie maal achter elkaar
een onjuist wachtwoord opgeeft, moet u de computer uitzetten en opnieuw
opstarten.
Als u zowel een systeem- als een configuratiewachtwoord hebt ingesteld,
kunt u een van beide wachtwoorden opgeven. Als u echter van plan bent
uw instellingen te wijzigen, moet u uw configuratiewachtwoord opgeven.
Als u het systeemwachtwoord opgeeft, kunt u u alleen een deel van de
informatie bekijken.
Een configuratiewachtwoord instellen, wijzigen of wissen
U kunt elke combinatie van maximaal zeven tekens (An–Z, a–z en 0–9)
gebruiken.
U kunt het configuratiewachtwoord als volgt instellen, wijzigen of wissen:
1. Start het Configuratieprogramma (zie "Het Configuratieprogramma
starten en gebruiken" op pagina 41).
2. Selecteer in het menu van het Configuratieprogramma de optie
Systeembeveiliging en druk op Enter.
3. Selecteer Configuratiewachtwoord en druk op Enter.
4. Als u een configuratiewachtwoord wilt wissen, selecteert u
Configuratiewachtwoord wissen en gaat u naar stap 8 op pagina 49.
5. Als u een configuratiewachtwoord wilt instellen, typt u uw
wachtwoord, drukt u op de cursortoets Pijl omlaag (↓) en typt u uw
wachtwoord opnieuw.
48
PC 300PL en PC 300GL Handboek voor de gebruiker