2
Bedienen
Fabrikanten van snijsystemen kunnen hun eigen aangepaste softwareoperatorconsole ontwikkelen
met behulp van de Phoenix-API (application programmer interface). Als uw snijsysteem een
aangepaste softwareoperatorconsole heeft, neem dan contact op met de fabrikant van
uw snijsysteem of raadpleeg de documentatie ervan voor meer informatie. Zie ook Een aangepaste
softwareoperatorconsole automatisch openen op pagina 70.
Phoenix bedienen
In aansluiting op de informatie in deze handleiding biedt Phoenix Help
de bediening van de Phoenix-software. Phoenix Help is beschikbaar voor elk scherm in Phoenix.
Zie Help en technische documentatie van Phoenix op pagina 73 voor meer informatie.
De knoppen
op de Phoenix-schermen worden schermtoetsen genoemd.
2
Met sommige schermtoetsen navigeert u naar specifieke schermen en met sommige schermtoetsen
voert u een specifieke actie uit. De schermtoetsen die op een scherm worden weergegeven,
variëren op basis van de geïnstalleerde componenten, de ingeschakelde functies,
de instellingsopties van Phoenix, wachtwoorden en het gebruikersniveau (beginner, gemiddeld
ervaren of gevorderd).
Deze handleiding gaat ervan uit dat de CNC is ingesteld op de modus
gevorderd gebruikersniveau en alle eigenschappen toont.
64
2
809345
Handleiding voor installatie en configuratie
1
gegevens over
1
EDGE Connect