c. Kies een letter voor het
station.
d. Kies de map.
Onthoud het
mappad. Wanneer
u in Phoenix
verbinding maakt
met de map, moet u
het mappad invoeren
beginnend met de
letter voor het
station.
e. Selecteer Reconnect at
sign-in (Opnieuw
verbinden bij
aanmelden).
f. Kies Finish (Beëindigen).
2. Wijs het station toe in Phoenix:
Zorg er voordat u begint voor dat Stations toewijzen en Mappen
toevoegen staan ingesteld op Toestaan in het venster Speciale
instellingen. (Tip: Stel om te voorkomen dat bestanden per ongeluk van
uw netwerk worden verwijderd ook Mappen verwijderen in op Niet
toestaan.)
ProNest CNC kan gebruik maken van mappen die vanuit Windows en
Phoenix zijn toegewezen.
a. Kies in het hoofdscherm Bestanden.
b. Dubbelklik of tik twee keer waar aangegeven onder het voorbeeldvenster, om
de toegewezen stationsmap die u in Windows heeft aangemaakt toe te voegen.
c. Kies Mapped Drive
(Toegewezen station).
d. Voer een Drive Name
(stationsnaam) in.
Dit is de naam die in de
lijst Bestanden laden
verschijnt.
e. Typ het absolute Drive Path (sationspad) in naar de map die de bestanden
bevat met deze indeling:
Voorbeeld:
(
Geef GEEN UNC-stationspad (\\servernaam\mapnaam\).
f. Kies OK.
EDGE Connect
Handleiding voor installatie en configuratie
DriveLetter
[
Q:\MyDirectory\CustomerParts)
:\
DirectoryName
\
FolderName
]
[
]
[
809345
12
Lokaal netwerk gebruiken
]
197