Advertenties
10
Plasma-instelling
HPR Contactmeting nozzle – Gebruikt tijdens IHS om het oppervlak van het werkstuk
te detecteren. Met Sensor THC wordt deze ingang teruggegeven aan de CNC via de externe
spanningsverdelerkaart.
HPR Proces voltooid – Deze ingang schakelt in op de CNC, wanneer het EtherCAT-bord van
de HPR klaar is met de afhandeling van de procesupdate. Deze ingang betekent niet dat
de HPR-plasmastroombron klaar is met de afhandeling van de procesupdate of dat de HPR
klaar is of wacht op een plasmastartsignaal.
HPR Snijregeling 1 – 4 – Deze uitgang activeert de ingang Starten van de plasmastroombron.
Snijregeling gaat AAN en blijft AAN tot het commando M08 (Afsnijden) wordt uitgevoerd
in het onderdeelprogramma.
HPR Ontsteking wachten – Activeert de ingang IHS synchr. van de THC of de ingang Wachten
van een plasmastroombron. Deze uitgang initieert Pre-flow tijdens IHS en, indien nodig, een
proceswissel. Deze uitgang wordt ook gebruikt in een snijsysteem met meerdere toortsen
om de ontsteking van alle toortsen te synchroniseren.
HPR Doorsteekregeling – Wordt geactiveerd tijdens doorsteken en blijft AAN totdat
de doorsteektijd is verstreken (ingesteld in de snijtabel of in het scherm Proces). Deze uitgang
wordt in sommige plasmastroombronnen gebruikt om ervoor te zorgen dat
de plasmastroombron tijdens het doorsteken de pre-flow van het beschermgas niet verlaat.
De Doorsteekregeling wordt aangesloten op de ingang Doorsteken van de plasmastroombron.
HPR Contact nozzle inschakelen – Actief tijdens Sensor THC IHS. Deze ingang wordt
teruggegeven aan de CNC via de externe spanningsverdelerkaart. Deze uitgang kan ook
worden gebruikt om een systeem met externe aandrijving over te schakelen op lage
opbrengstmodus (indien hiermee uitgerust) tijdens IHS voor het detecteren van
werkstukblokkeerkracht.
HPR Extern op 1 – 4 – Past stroom toe op de plasmastroombron van op afstand.
Samenvatting: instellen van de plasmaroutine
1. Selecteer de processen Plasma 1 en Plasma 2 in het scherm Speciale instellingen.
2. Selecteer een markeerproces indien de plasmatoorts als een marker wordt gebruikt.
3. Wijs de in- en uitgangen voor de plasmastroombron toe in het scherm I/O instellingen. Zie
I/O – In- en uitgangen op pagina 119 voor meer informatie.
a. De I/O-toewijzingen voor de plasmastroombron hangen af van het aantal toortsen
en of de CNC alle toortsen onafhankelijk gaat bedienen.
b. Om de CNC in staat te stellen elke toorts onafhankelijk te bedienen, moeten genummerde
uitgangen en ingangen Stationselectie worden toegewezen in het scherm I/O-instellingen.
Zie Stationsinstellingen op pagina 157 voor genummerde I/O en ingangen Stationselectie.
4. Definieer timerinstellingen en andere snijparameters in het scherm Proces.
180
809345
Handleiding voor installatie en configuratie
EDGE Connect
Advertenties
